Thema 7, week 2 Les 7 - persoonlijk voornaamwoord

• Taal
• Basisschool
• Groep 6,7

Persoonlijk voornaamwoord

Maan zingt een lied.

Zij houdt van zingen.

Lesdoel

Ik kan een persoonlijk voornaamwoord herkennen, benoemen en gebruiken in een zin.

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een persoon (in de zin).

Een persoonlijk voornaamwoord kan je vervangen door een naam. 

Teun verzint een raadsel.

Hij vertelt het raadsel aan zijn klas.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een ding (in de zin).

Een persoonlijk voornaamwoord kan je vervangen door een naam. 

Lisa heeft dit boek gekregen.

Zij heeft het nog niet gelezen.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Een persoonlijk voornaamwoord 'wijst' naar een dier (in de zin).

Een persoonlijk voornaamwoord kan je vervangen door een naam. 

De hond  heeft  een bot gekregen.

Hij eet het bot lekker op.

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Een voorbeeld:

De persoonlijke voornaamwoorden zijn onderstreept:

De persoonlijke voornaamwoorden vervangen we nu door namen van personen:

Je ziet dat de laatste, niet-onderstreepte ‘je’ niet door de naam van een persoon kan worden vervangen, dus is dat ook geen persoonlijk voornaamwoord, omdat het een bezit aangeeft, dus is dat een bezittelijk voornaamwoord (jouw tafel).

“Wil je dat ik aan je tafel kom zitten?”

“Wil Anastasia dat Ayaan aan je tafel komt zitten?”

Wat zijn de 2 persoonlijk voornaamwoorden?

nog een voorbeeld:

“Die boom is niet van ons, maar van jullie! Vraag maar aan hen!” 

Deze onderstreepte persoonlijke voornaamwoorden lijken allemaal bezittelijke voornaamwoorden, maar zoals je ziet kun je ze allemaal vervangen door namen van personen. 

Daarom zijn het persoonlijke voornaamwoorden:

“Die boom is niet van Peter en Annie, maar van Arie en Saskia! Vraag maar aan Ans en Henk!”

Wat zijn de 2 persoonlijk voornaamwoorden?

Ik versta je niet!

Wat zijn de 2 persoonlijk voornaamwoorden?

Ik ga het morgen repareren.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

1. Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
2. Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
3. Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
4. Plakt twee zinnen aan elkaar

Wat is een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord?

1. jij
2. hond
3. huis
4. schaar

Wat is het persoonlijk voornaamwoord.

"Heeft de bakker jou wisselgeld gegeven?''

1. De bakker
2. Jou
3. Wisselgeld
4. Heeft gegeven

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

Ik woon in een rijtjeshuis.

1. Ik woon
2. Een rijtjeshuis
3. Ik
4. in

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin...

Dit huis is niet verkocht. Niemand wil het kopen

1. Dit
2. niemand
3. het
4. kopen

Aan het werk?

Taal- Blok 6 - week 2 - les 7

Eerst opgave 3

Dan opgave 2

Daarna plussen