13. P van Plaats (7.12 en 4.6): Commerciële samenwerkingen en push- en pullstrategie25/2

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom bij

Marketing

Hoofdstuk 4

Marketingmix

1. Product (4.3)
2. Prijs (4.4)
3. Promotie (4.5) 
4. Plaats (4.6)
5. Presentatie (4.7)
6. Personeel (4.8)

Agenda (9:20 - 10:10)

• Samenwerking in bedrijfskolom
• Winkelformule
• Pull- en pushstrategie

Leerdoelen

• De student kan het verschil uitleggen tussen de verschillende samenwerkingsvormen
• De student kan het begrip winkelformule in één zin uitleggen
• De student kan push- en pullstrategie toepassen

McDonalds:

1. Inkoopcombinatie
2. Vrijwillig filiaalbedrijf
3. Franchising

1. Inkoopcombinatie
2. Vrijwillig filiaalbedrijf
3. Franchising

Vrijwillig filiaalbedrijf lijkt sterk op franchise, maar binnen het vrijwillig filiaalbedrijf ligt de nadruk meer op samenwerken en het zelfstandig ondernemerschap. Dit in tegenstelling tot franchise waar de formule vaak strikter gehanteerd dient te worden en het ondernemerschap zich beperkt tot het invullen van de formule.

Bespreken opdrachten samenwerking in bedrijfskolom en winkelformule (evt huiswerk)

1. Een inkoopcombinatie of inkoopvereniging is één van de verschillende commerciële samenwerkingsvormen. Schrijf twee voordelen op van deze samenwerkingsvorm voor retailers.
   
   
2. Als je als ondernemer wilt starten kun je ook franchisenemer worden van een succesvolle formule. Je bent dan wel zelfstandig maar profiteert van de goede naam die al door de franchisegever is opgebouwd. Wat kan een nadeel zijn om als franchisenemer te ondernemen? Noem er twee.
   
   
3. Leg in één zin uit wat een winkelformule inhoudt.

Antwoorden:

1. 1) Lagere inkoopprijzen door bundeling van inkoopvolumes en directe orderplaatsing bij groothandels (sterkere onderhandelingspositie) 2) Vlottere service 3) Grotere zekerheid ten aanzien van levering
2. 1) Als het bedrijf negatief in het nieuws komt, minder invloed op imago 2) Minder vrijheid om zelf assortiment samen te stellen
3. Een winkelformule is de manier waarop een bepaalde winkel of winkelketen zijn producten
4. aanbiedt aan de klant, de uiteindelijke consument.

Pushstrategie of pullstrategie?

1. Pushstrategie
2. Pullstrategie

Pushstrategie of pullstrategie?

1. Pushstrategie
2. Pullstrategie

Opdrachten push- en pullstrategie 

(evt huiswerk)

1. Een winkelier krijgt regelmatig vertegenwoordigers op bezoek die nieuwe producten op mooie displays in de winkel gepresenteerd willen zien. Zo hopen de vertegenwoordigers meer omzet te genereren. Is hier sprake van de pull- of pushstrategie? Leg uit.
   
   
2. Een fabrikant gebruikt de massamedia om de aandacht van de consument te trekken voor zijn nieuwe product. Gebruikt deze fabrikant de push- of de pullstrategie? Leg jouw antwoord uit.
   
   
3. Een fabrikant van barbecues maakt vooral reclame in weekbladen en op de radio. Is hier sprake van pushstrategie of pullstrategie? Leg je antwoord uit.

Antwoorden:

1. Pushstrategie, tussenhandel nodig om het product in de schappen te krijgen.
2. Pullstrategie, gericht op consument. De consument wordt naar de tussenhandel getrokken.
3. Pullstrategie, want met reclame wil de fabrikant de consument zo ver krijgen dat ze bij retailers om het product gaan vragen en dat de retailer dit product dan bij de fabrikant gaat bestel

Volgende les ( 30 maart)

Oefentoets P van Plaats

P van Presentatie

P van Personeel

Wat vonden we van deze les?

😒🙁😐🙂😃