Kapitel 4 woordjes Na Klar vmbo GT/H

Wat betekent
etwa?
1 / 36
suivant
Slide 1: Question ouverte
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat betekent
etwa?

Slide 1 - Question ouverte

Wat betekent
stolz?

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent verstehen?

Slide 3 - Question ouverte

Wat betekent
Fechten?

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent klettern?

Slide 5 - Question ouverte

Wat betekent Lust ?

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent schade?

Slide 7 - Question ouverte

Vertaal: schaatsen

Slide 8 - Question ouverte

Vertaal: voetballen

Slide 9 - Question ouverte

Vertaal: skiën

Slide 10 - Question ouverte

Wat betekent : dürfen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent: mögen?

Slide 12 - Question ouverte

Wat betekent: können?

Slide 13 - Question ouverte

Wat betekent
der Wettkampf

Slide 14 - Question ouverte

Wat betekent
vielleicht

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent
der Traum

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent
reden

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent
der Rabatt

Slide 18 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
dansen

Slide 19 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
voetballen

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
zwemmen

Slide 21 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
broers en zussen

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
tekenen

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
pianospelen

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal in het Duits
strips lezen

Slide 25 - Question ouverte

Hoe schrijf je het getal 16?

Slide 26 - Question ouverte

Hoe schrijf je het getal 7?

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal: wanneer

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal: hoe

Slide 29 - Question ouverte

Vertaal: waar

Slide 30 - Question ouverte

Vertaal: wie

Slide 31 - Question ouverte

Vertaal: welke

Slide 32 - Question ouverte

Vertaal: heten

Slide 33 - Question ouverte

Vertaal: mögen

Slide 34 - Question ouverte

Vertaal: dürfen

Slide 35 - Question ouverte

Vertaal: können

Slide 36 - Question ouverte