Duits zinnen lektion 1+2 + instructiezinnen

Duits zinnen lektion 1+2 + instructiezinnen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Duits zinnen lektion 1+2 + instructiezinnen

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent 'Die Katze ist schön und außerdem lieb.' in het Nederlands?
A
De kat is mooi en bovendien lief.
B
De hond is mooi en bovendien lief.
C
De kat is klein en bovendien stout.
D
De kat is lelijk en niet lief.

Slide 2 - Quiz

Wat betekent 'Der See in den Bergen ist kalt.' in het Nederlands?
A
De rivier in het dal is warm.
B
Het meer in de bergen is koud.
C
Het meer in de stad is koud.
D
De zee bij de kust is warm.

Slide 3 - Quiz

Wat betekent 'Meine Eltern arbeiten viel.' in het Nederlands?
A
Mijn ouders werken weinig.
B
Mijn ouders werken nooit.
C
Mijn broer werkt veel.
D
Mijn ouders werken veel.

Slide 4 - Quiz

Wat is de vertaling van 'Ich bin stolz auf meine Präsentation'?
A
Ik ben trots op mijn presentatie.
B
Ik ben blij met mijn presentatie.
C
Ik ben moe van mijn presentatie.
D
Ik ben boos op mijn presentatie.

Slide 5 - Quiz

Hoe wordt 'Viele Niederländer verstehen Plattdeutsch' vertaald?
A
Veel Nederlanders spreken Duits.
B
Nederlanders begrijpen geen Duits.
C
Veel Nederlanders verstaan Nederduits.
D
Weinig Nederlanders begrijpen Nederduits.

Slide 6 - Quiz

Wat betekent 'Der Ski-Weltcup Adelboden ist ein Wettkampf'?
A
De Adelboden Ski World Cup is een wedstrijd.
B
De Adelboden Ski World Cup is een festival.
C
De Adelboden Ski World Cup is een lezing.
D
De Adelboden Ski World Cup is een vakantie.

Slide 7 - Quiz

Hoe wordt 'Beim Fechten trägt man eine Maske' vertaald?
A
Bij het zwemmen draag je een masker.
B
Bij het koken draag je een masker.
C
Bij het schermen draag je een masker.
D
Bij het zingen draag je een masker.

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'Wir bleiben in den Ferien zu Hause'?
A
Wij blijven thuis tijdens het weekend.
B
Wij gaan naar een vakantiehuisje.
C
Wij blijven thuis in de vakantie.
D
Wij gaan op vakantie naar het buitenland.

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'Klettern ist ein toller Sport' in het Nederlands?
A
Voetballen is een leuke hobby.
B
Klimmen is een geweldige sport.
C
Fietsen is een populaire activiteit.
D
Zwemmen is een ontspannende bezigheid.

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt 'Am Montag beginnt ein neuer Kurs' vertaald naar het Nederlands?
A
Woensdag begint een speciale workshop.
B
Zondag start een oude les.
C
Maandag begint een nieuwe cursus.
D
Dinsdag eindigt een training.

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'Ist dieser Platz noch frei?' in het Nederlands?
A
Zijn er nog tickets beschikbaar?
B
Is deze plaats nog vrij?
C
Is de trein al vertrokken?
D
Is dit de juiste richting?

Slide 12 - Quiz

KTT Instructiezinnen
Volgende week is de toets over de Instructiezinnen.
Je moet de Duitse zinnen naar het Nederlands vertalen.

Slide 13 - Diapositive

Wat betekent 'Beachte folgende Punkte' in het Nederlands?
A
Gebruik Grammatik A
B
Werk in tweetallen
C
Let op de volgende punten
D
Blader door hoofdstuk X

Slide 14 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Ergänze die Sätze.

Slide 15 - Question ouverte

Hoe vertaal je 'Sieh dir das Bild und die Überschrift an' naar het Nederlands?
A
Wissel daarna van rol
B
Voer het gesprek
C
Vul de juiste vorm in
D
Bekijk de afbeelding en de titel

Slide 16 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Achtet auf die Aussprache.

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent 'Wechselt danach die Rollen' in het Nederlands?
A
Wissel daarna van rol
B
Spreek de woorden samen met de klas na
C
Let op de uitspraak
D
Vertaal de vetgedrukte woorden

Slide 18 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands: Lest abwechselnd je einen Satz vor.

Slide 19 - Question ouverte