Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3
Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
Doe je laptop op tafel en log in op LessonUp
Doe je schrift op tafel
timer
3:00
Slide 1 - Diapositive
De Maatschappij en jij E
Armoede en sociale ongelijkheid
Slide 2 - Diapositive
Planning
Uitleg
(Kranten)artikelen bespreken
Betoog schrijven
Werken aan leerpaden
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze les kan je...
je mening onderbouwen met argumenten
je (kranten)artikelen selecteren
Slide 4 - Diapositive
Argumenteren (1)
Waar denk je aan?
Slide 5 - Diapositive
Argumenteren (2)
Houd rekening met het verschil tussen feiten en meningen, gebruik bronnen.
Herken drogredenen
Gebruik vergelijkingen (die logisch zijn)
Zet een autoriteit in
Houd rekening met de belangen van een doelgroep
Begin en eindig met de belangrijkste argumenten
Laat je standpunt van verschillende kanten zien
Ontkracht mogelijke weerleggingen van je standpunt
Maak gebruik van een argumentatie structuur
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
Absolute armoede
Absolute armoede is een zaak van leven en dood. Absolute armoede houdt in dat je te weinig geld, voedsel en kleding hebt om van te leven, maar eigenlijk te veel hebt om dood te gaan.
Dit is leven op het bestaansminimum.
Absolute armoede vind je vooral in ontwikkelingslanden.
Slide 8 - Diapositive
Relatieve armoede
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens.
Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders.
Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Thailand en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.
Slide 9 - Diapositive
Kranten analyseren
Zoek een artikel op over absolute en/of relatieve armoede.
Schrijf een samenvatting in eigen woorden.
timer
30:00
Slide 10 - Diapositive
Aan de slag!
Je schrijft een betoog over een van de volgende stellingen of bedenkt er zelf een die met sociale ongelijkheid te maken heeft:
Kansenongelijkheid in het onderwijs is een onoplosbaar gegeven.
Om te zorgen voor gelijke kansen moet bijles verboden worden.
Pas na drie jaar middelbare school kan je niveau bepaald worden.
Basisschool leerlingen moeten iedere dag gratis warm eten krijgen.