H3: tekstverbanden en signaalwoorden

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Welkom klas 2!

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Telefoon in de bak, pak je spullen en begin met lezen♥.
Welkom klas 2!

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeldvraag

Het is erg leuk om op Mariënburg naar school te gaan. Ze hebben namelijk leuke docenten en de conciërges zijn erg aardig. Ook hebben ze goede sportfaciliteiten. Bovendien zijn de lesroosters goed waardoor je nooit laat vrij bent.

Welk tekstverband zie je het meest? Welke signaalwoorden?
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeldvraag
Het is erg leuk om op Mariënburg naar school te gaan. Ze hebben namelijk leuke docenten en de conciërges zijn erg aardig. Ook hebben ze goede sportfaciliteiten. Bovendien zijn de lesroosters goed waardoor je nooit laat vrij bent.

Hier wordt duidelijk een OPSOMMING gegeven. Redenen waarom het zo leuk is.
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen h123
1. Onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken. 
2. Kernzinnen herkennen.
3. Concluderende, redengevende, oorzakelijke, doel-middel, vergelijkende en samenvattende verbanden in een tekst herkennen + die van klas 1.



Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Hoofd- en bijzaken
Hoofdzaken: de belangrijkste informatie in een tekst.

Bijzaken: minder belangrijke zaken in de tekst.

Hoofdzaken vind je in de inleiding en het slot.

Slide 6 - Diapositive

Kernzinnen
  • 1. De kernzin staat meestal in de eerste of laatste zin van de alinea.
  • 2. De zinnen ervoor of erachter zijn vaak een uitleg/toelichting.
  • 3. Soms is de kernzin de tweede zin. De eerste geeft dan een verband aan met vorige alinea's. 
  • 4. Geen kernzin? Dan zelf de hoofdzaak bepalen van de alinea.

Slide 7 - Diapositive

Wat is hier de kernzin?
De Netflix-serie Squid Game is op dit moment hartstikke populair. Miljoenen mensen van over de hele wereld kijken ernaar, waaronder ook veel jonge kinderen. Deskundigen maken zich daar zorgen over. In de serie gebeuren namelijk hele gewelddadige dingen. Volgens hen is het dan ook niet goed om Squid Game als kind te zien. Daarom heeft stichting Kijkwijzer bepaald dat je 16 jaar of ouder moet zijn om de serie Squid Game te kijken. 

Bron: www.jeugdjournaal.nl, 2021

Slide 8 - Diapositive

Wat is hier de kernzin?
De Netflix-serie Squid Game is op dit moment hartstikke populair. Miljoenen mensen van over de hele wereld kijken ernaar, waaronder ook veel jonge kinderen. Deskundigen maken zich daar zorgen over. In de serie gebeuren namelijk hele gewelddadige dingen. Volgens hen is het dan ook niet goed om Squid Game als kind te zien. Daarom heeft stichting Kijkwijzer bepaald dat je 16 jaar of ouder moet zijn om de serie Squid Game te kijken. 

Bron: www.jeugdjournaal.nl, 2021

Slide 9 - Diapositive

Wat is hier de kernzin?
“De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.”


Slide 10 - Diapositive

Wat is hier de kernzin?
“De opwarming van de aarde heeft ten eerste een slechte invloed op de natuur. Dier- en plantensoorten sterven bijvoorbeeld uit. Bovendien is het ook slecht voor de gezondheid van de mens, nu de lucht steeds smeriger wordt. Daarom vind ik dat de overheid snel actie moet ondernemen.”. 


Kernzin:
De overheid moet actie ondernemen [tegen de opwarming van de aarde].

Slide 11 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
In een tekst hangen woorden, zinnen en alinea's samen. 
Deze samenhannoem je het tekstverband.

De signaalwoorden geven het verband aan.

Slide 12 - Diapositive

Vorig jaar in klas 1 heb je er vier geleerd.
Welke signaalwoorden zie je per zin?
  • 1. Chronologisch verband (tijdsvolgorde)
  • Eerst maak ik huiswerk en daarna ga ik gamen.
  • 2. Opsommend verband (dingen achter elkaar noemen)
  • Ten eerste ben je te laat en ten tweede heb je je werk niet af.
  • 3. Tegenstellend verband (tegengestelde dingen noemen)
  • Vandaag heb ik veel hoofdpijn, maar ik ga wel naar school.
  • 4. Toelichtend verband (extra info geven/voorbeelden)
  • Je kunt uit verschillende vakken kiezen, zoals: wiskunde, Frans, Duits of NaSk.

Slide 13 - Diapositive

5. Conclusie
Concluderend verband: conclusie trekken.
Signaalwoorden: dus, daarom, kortom

Ik moet nog veel leren voor de toets en daarna ga ik naar mijn voetbaltraining. Kortom: ik heb het te druk om af te spreken.





Slide 14 - Diapositive

6. Reden
Redengevend verband: geeft aan waarom iemand iets vindt.
Signaalwoorden: omdat, daarom, dus, want

Vorig jaar ben ik niet op vakantie gegaan, omdat het reisadvies negatief was.
Op de dag van mijn verjaardag was ik ziek, dus ontving ik geen bezoek.





Slide 15 - Diapositive

7. Oorzakelijk 
Oorzakelijk verband: toont waardoor iets gebeurt buiten iemands wil.
Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van

De grond is erg droog door de hitte. Daardoor groeien de planten slecht.





Slide 16 - Diapositive

8. doel-middel verband
Doel-middel verband: toont welk middel je gebruikt voor een doel
Signaalwoorden: zodat, om te, door middel van

Om goed te kunnen slapen is het belangrijk om een uur van tevoren je telefoon weg te leggen.





Slide 17 - Diapositive

9. vergelijkend verband
Vergelijkend verband: toont verschil of overeenkomst
Signaalwoorden: net als, evenals, zoals ook

Vergeleken met de vorige les gaat het nu heel goed in de klas. 





Slide 18 - Diapositive

10. samenvattend verband 
Samenvattend: toont verkorte weergave van informatie
Signaalwoorden: kortom, samengevat, al met al

Al met al lijkt me dit geen goed idee.





Slide 19 - Diapositive