3H SK Formatieve toets H3 en H4

3H - Scheikunde 
FORMATIEVE TOETS

 

Nodig: 
Pen, schrift, boek  en rekenmachine
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3H - Scheikunde 
FORMATIEVE TOETS

 

Nodig: 
Pen, schrift, boek  en rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

Welke coëfficiënten horen hier?
...C6H6O+...O2>...CO2+...H2O
A
2 5 4 2
B
3 6 3 1
C
1 7 6 3
D
2 7 5 2

Slide 2 - Quiz

Welke coëfficiënten horen hier?
...Sb2O5+...HCl>...SbCl5+...H2O
A
1, 10, 2 ,5
B
2, 8, 2, 4
C
1, 7, 3, 4
D
2, 9, 3, 5

Slide 3 - Quiz

Indeling van stoffen
Geef voor elke stof aan tot welke groep ze behoren door ze naar de juiste plek te slepen.
Metaal
Zout
Moleculaire stof
Kwik
C6H12O6
NaCl
NH3
CO2
ZnS
Zink
KI

Slide 4 - Question de remorquage

Bekijk de volgende stellingen.
Wat is juist?

Stelling I: Halogenen en edelgassen behoren tot de niet-metalen.

Stelling II: Na, Mg en Al zijn alkalimetalen.
A
alleen I
B
alleen II
C
I en II
D
geen van beide

Slide 5 - Quiz


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie
D
oxidatiereactie

Slide 6 - Quiz


A
vormingsreactie
B
verbrandingsreactie
C
ontledingsreactie

Slide 7 - Quiz

Geleidt deze stof stroom?
CaCl2(aq)
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een zout
C
ja, het is een moleculaire stof
D
nee, het is een moleculaire stof

Slide 8 - Quiz

Er zijn 7 elementen die moleculen vormen met 2 dezelfde atomen.
Welke elementen horen in dit rijtje?
A
chloor, natrium, broom, fluor, stikstof, zuurstof en koolstof
B
stikstof, boor, chloor, zuurstof, jood, koolstof, fluor
C
jood, fluor, fosfor, zuurstof, waterstof, koolstof en stikstof
D
waterstof, stikstof, fluor, broom, jood, chloor, zuurstof

Slide 9 - Quiz

Fosfor kan met chloor reageren. Hierbij kan fosforpentachloride ontstaan. Welke onderstaande reactievergelijking is juist?
A
P2+5Cl2>2PCl5
B
P+5Cl>PCl5
C
2P+5Cl2>2PCl5
D
5P+Cl>P5Cl

Slide 10 - Quiz

Waar zie je hier rechts de juiste formules voor natrium, kalium en koolstofdioxide?
A
antwoord A
B
antwoord B
C
antwoord C
D
antwoord D

Slide 11 - Quiz

Van één van de reacties die bij een buskruitexplosie plaatsvinden, is hieronder de vergelijking gedeeltelijk gegeven.



Welke van de formules K2CO3, K2S en K2SO4 moet op de puntjes ingevuld worden?
A
K2CO3
B
K2S
C
K2SO4

Slide 12 - Quiz

Geleidt deze stof stroom?
K2O(s)
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een vast zout
C
ja, het is een moleculaire stof
D
nee, het is een moleculaire stof

Slide 13 - Quiz

Moleculen van een bepaalde stikstof-zuurstof-verbinding bevatten tweemaal zoveel zuurstofatomen als stikstofatomen. De formule van die verbinding kan zijn:



Wat is juist?
A
geen van beide
B
alleen I
C
alleen II
D
zowel I als II

Slide 14 - Quiz

Wat is de formule van fosfortribromide?
A
FBr3
B
F3Br
C
PBr3
D
P3Br

Slide 15 - Quiz

Bij de ontleding van butaan in de niet-ontleedbare stoffen ontstaan:
A
C(s)+H(g)
B
C(s)+H2(g)
C
3C(s)+8H(g)
D
4C(s)+5H2(g)

Slide 16 - Quiz

Het meervoud van reagens is reagentia.
Welke reagentia horen bij de volgende stoffen:
water(damp), koolstofdioxide(gas), zwaveldioxide(gas)
Sleep de reagentia naar bijbehorende stof.
Kalkwater
Joodwater
Wit kopersulfaat
Waterdamp
Koolstofdioxide
Zwaveldioxide

Slide 17 - Question de remorquage

Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van houtgas (zie formule hiernaast).

Slide 18 - Question ouverte

Bereken de molecuulformule voor het alkaan met 'n' is 5.

Slide 19 - Question ouverte

Bij het kraken van paraffine (een alkaan met 12 C-atomen) ontstaan twee reactieproducten.
Welke van de twee producten is géén alkaan? Leg uit.

Slide 20 - Question ouverte

Geef aan waar je het molecuul in de destillatietoren terug vindt.
C4H8
C150H302
C60H122

Slide 21 - Question de remorquage

Geef de naam dit alkeen:

Slide 22 - Question ouverte

Wat zijn de algemene molecuulformules van een alkaan en een alkeen?

Slide 23 - Question ouverte

Geef de reactievergelijking voor de onvolledige verbranding van propaan (C3H8). Bij deze onvolledige verbranding ontstaat naast water ook koolstofmono-oxide.

Slide 24 - Question ouverte

Wat ontstaat er bij de onvolledige verbranding van
C4H4S

Slide 25 - Question ouverte

In de kassen voor glastuinbouw is extra koolstofdioxide aan de lucht in de kas toegevoegd (0,08 vol%). Mensen kunnen daar prima werken. De TGG-waarde van koolstofdioxide is 9000 mg/m3. De dichtheid van koolstofdioxide is 1,98 g/L.

Toon met een berekening van de TGG van koolstofdioxide aan dat het geen probleem is om in deze kassen te werken.

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een molecuulformule en een structuurformule

Slide 28 - Question ouverte

Je gaat pentaan ongeveer in het midden kraken. Welke reactieproducten kun je allemaal krijgen?

Slide 29 - Question ouverte

Bij de fotosynthese wordt koolstofdioxide met water omgezet tot glucose (C₆H₁₂O₆) en zuurstof. Geef een kloppende reactievergelijking.

Slide 30 - Question ouverte

Is kraken een chemische reactie?
Zo ja, is het dan een vormings-, verbrandings- of ontledingsreactie? Leg je antwoord uit

Slide 31 - Question ouverte