Hoofdpersoon, nevenfiguur & bijfiguur

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdpersoon, nevenfiguur & bijfiguur

Leerdoel: Aan het einde van de les weet je wat een hoofdpersoon, nevenfiguur en bijfiguur inhouden en hoe ze vorm geven aan jouw boek. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertelperspectieven
Leerdoel: aan het einde van de les weet je welke verschillende vertelperspectieven er zijn en wat ze inhouden.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De hoofdpersoon:
Dit is het belangrijkste personage in het verhaal. Het verhaal draait om de hoofdpersoon, en vaak maak je als lezer of kijker zijn of haar ontwikkeling van dichtbij mee. De hoofdpersoon heeft vaak een doel, een probleem of een conflict dat opgelost moet worden. De beslissingen die dit personage maakt, drijven het verhaal voort.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een nevenfiguur:
Een nevenfiguur is minder belangrijk dan de hoofdpersoon, maar speelt nog steeds een betekenisvolle rol in het verhaal. Deze personages ondersteunen vaak de hoofdpersoon, bieden hulp of zijn betrokken in de gebeurtenissen van het verhaal. Ze kunnen bijvoorbeeld de beste vriend van de hoofdpersoon zijn, of soms een tegenstander. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een bijfiguur:
Bijfiguren hebben een kleine, ondersteunende rol in het verhaal. Ze zijn meestal niet erg diep uitgewerkt en hebben vaak geen grote invloed op het verloop van het verhaal. Ze zijn er om de wereld van het verhaal op te vullen en kunnen bijvoorbeeld een passant, een winkelbediende of een andere achtergrondfiguur zijn.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting

De hoofdpersoon is degene waar het verhaal om draait, de nevenfiguren ondersteunen of spelen een rol rondom de hoofdpersoon, en bijfiguren zijn slechts een deel van de achtergrond.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In welke tijd wordt jouw boek verteld?
Vanuit welk perspectief wordt jou boek verteld.
Wat weet je al over vertelperspectieven? 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik-perspectief
Bij dit perspectief vertelt de hoofdpersoon zelf het verhaal. Het verhaal wordt vanuit de "ik"-vorm verteld, waardoor je direct in het hoofd van de hoofdpersoon zit. Je ziet de wereld door zijn of haar ogen en kent alleen de gedachten en gevoelens van deze persoon.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hij/zij-perspectief (personaal)
Dit perspectief wordt verteld door een verteller die niet zelf in het verhaal zit. De verteller kijkt mee met één personage, zodat je weet wat dit personage denkt en voelt. De andere personages worden alleen van buitenaf beschreven, dus je weet niet wat zij denken of voelen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld:
Lisa zat in de klas en staarde naar het raam. Ik kan niet wachten tot de bel gaat, dacht ze. Ze voelde zich moe en verveeld. Terwijl de leraar een les gaf, keek Jeroen op van zijn schrift en glimlachte naar zijn vriend naast hem. Hij had geen idee dat Lisa zich zo voelde. 
De verteller laat ons zien wat Lisa denkt, maar we weten niet wat Jeroen  denkt of voelt.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Alwetende verteller (auctoriaal)
De alwetende verteller is iemand die buiten het verhaal staat en alles weet. Deze verteller kent de gedachten en gevoelens van alle personages en weet dingen die de personages zelf niet weten. Ook kan deze verteller je informatie geven die de personages zelf niet weten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

En nu jullie............
Je maakt groepjes van 3 a 4 personen.
Per groepje krijg je een korte samenvatting van een bekend sprookje. 
 Schrijf op: 
Wie is de hoofdpersoon en waarom?
Wie is/zijn de nevenfiguren en waarom?
Wie is/zijn de bijfiguren en waarom ?
Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld? 

Slide 13 - Diapositive

 Assepoester-> ik-perspectief
- Hans en Grietje-> ik-perspectief
- Sneeuwwitje-> hij/zij-perspectief
- De Gouden Gans-> hij/zij-perspectief
- Roodkapje-> alwetende verteller
- Doornroosje-> alwetende verteller
 Lekker lezen
timer
30:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions