3.06 Schrijfvaardigheid betoog schrijven

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Schrijfvaardigheid 

5 havo

Aan het einde van de les:

- Weet je hoe de opbouw van een betoog in elkaar zit.

- Weet je welke schrijfopdracht je gaat maken.

- Weet je hoe jij jouw schrijfplan maakt.

Planning deze les

• Stillezen
• Theorie betoog (herhaling/nieuwe theorie)
• Schrijfplan maken
• Werken aan schrijfopdracht (meerdere lessen)
• Feedback docent (laatste half uur les)

Lezen

Het schrijven van een tekst

Welke soorten teksten ken ik eigenlijk?

informeren

amuseren

activeren

opiniëren

overtuigen

Recept

Beschouwing

Roman

Reclame

Betoog

Wat is het verschil tussen een betoog en een beschouwing?

Het betoog: theorie

Een betoog is een tekst waarin de schrijver probeert de lezer te overtuigen van zijn of haar standpunt.

Het standpunt (datgene wat de schrijver vindt van iets) wordt onderbouwd met argumenten.

Soorten argumenten

Feitelijke argumenten; het is een feit, het is gewoon zo.

Waarderende argumenten; jij vindt dit persoonlijk, een ander kan iets anders vinden.

Theorie betoog

• Overtuigen: de lezer overtuigen van jouw standpunt.

Theorie betoog

• Je noemt argumenten die jouw mening verdedigen;
  
  
• Je gebruikt ook tegenargumenten;
  
  
• Je hebt minimaal een weerlegging.

Tekststructuur

Bij een betoog gebruik je de volgende tekststructuur:

• argumentenstructuur

Duidelijkheid

• Licht alles toe met duidelijke voorbeelden
  
  
• Gebruik feiten en cijfers
  
  
• Gebruik bronnen en vermeld die

Opbouw van een betoog

Inleiding

• Introduceer je onderwerp
  
• Aandachtstrekker
• Geen argumenten in je inleiding
• Eindig met een duidelijke stelling (=geen vraag!)

Een pakkende inleiding

Middenstuk

• Gebruik goede kernzinnen (argument = kernzin)

• Gebruik voldoende signaalwoorden
  
  
  
• Minimaal 2 argumenten vóór
  
• Tegenargument + weerlegging

Slot

• Terugkomen op je stelling
• Conclusie
• geen nieuwe informatie geven


• Een goede uitsmijter
  te geven (passend bij aandachtstrekker)

• Maak een schrijfplan.
• Gebruik voor elk argument een aparte alinea.
  
• Herhaal je standpunt in het slot.
• Gebruik signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling en conclusie.
• Plaats in je betoog drie witregels: één na de inleiding, één tussen het tekstdeel met argumenten en het tekstdeel met tegenargumenten en één voor het slot.

Een paar regeltjes

Schema uitwerken op bord

Standpunt: Ik vind dat de schooldagen in Nederland maximaal
6 uur moeten duren.

Argument: Want in andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter.

Tegenargument: Maar dan is er volgens sommige experts niet genoeg tijd per week voor alle schoolvakken.

Weerlegging: Daar staat tegenover dat concentratieniveaus steeds verder dalen, kortere schooldagen komt dat ten goede.

Een voorbeeld

Schema uitwerken op bord

Aan de slag...

• Kies een van deze onderwerpen:
  
  
  
  
• Jij kiest een opdracht (A,B,C of D) om te maken.
• Maak je schrijfplan + schrijfopdracht.
• Jij werkt in je schrijfdossier.naam

1. Digitalisering van het onderwijs.
2. Natuur en recreatie.

Aan de slag...

• Klaar?
  
  
  
  
• Jij werkt in de drillsteroefeningen !
• Jij werkt aan de informatie voor jouw presentatie!

1. Digitalisering van het onderwijs.
2. Natuur en recreatie.

Feedback schrijfopdracht

Wil jij feedback van jouw docent?

Schrijfopdracht

Maandag a.s. inleveren schrijfdossier (teams/opdracht).

Woordenschat opdrachten af (volgens studiewijzer)?

Schrijfplan en inleiding zijn klaar.

Donderdag a.s. laatste les om te werken aan schrijfopdracht!

3.2 mondelinge taalvaardigheid

1. Nu je een onderwerp hebt bepaald, ga je een lijstje met deelonderwerpen maken (bepaal ook de volgorde). 

2. Licht kort toe wat je per deelonderwerp wil gaan vertellen. 

3. Zoek verschillende (betrouwbare) artikelen bij deze deelonderwerpen.  

Huiswerk

3.2 mondelinge taalvaardigheid

Je verzamelt jouw informatie in een apart Word document:

presentatie.naam

Dit sla je op in jouw OneDrive/ map Nederlands

Huiswerk