Voorzetsels klas 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

START:

Pak je boek, schrift & pen. Berg je mobieltje op.

"Katten zijn beter dan honden, want je hoeft ze niet drie keer per dag uit te laten."

Wat is hier het argument?

Vandaag

• Info
• Uitleg Woordenschat
• ZS: H4, Woordenschat
• ZF: H4, Woordenschat
• Nakijken
• Afsluiting
  

• 
  

Info

Compliment voor vorige week!

Ik ben nog bezig met boektoets en PW ga ik vandaag berekenen.

Nu gaan we verder met Woordenschat van  H4. Lezen nog niet af? Werk dan straks rap verder.

Vandaag

• Info
  
• Uitleg 
• ZS
• ZF
• Afsluiting

• 
  

Lesdoel

Aan het eind van deze les...

- ...kun je uitleggen wat een vast voorzetsel is.

- ...kun je bij een paar uitdrukkingen het vaste voorzetsel noemen.

Vandaag

• Info
  
• Uitleg 
• ZS
• ZF
• Afsluiting

Wat zijn voorzetsels?

Vaste voorzetsels

- Sommige werkwoorden kun je voorzien van een vast voorzetsel. Hierdoor verandert de betekenis.

Voorbeeld

Bestaan:

- In november bestaat onze school honderd jaar

- Het boek bestaat uit zes hoofdstukken

Bedenk het vaste voorzetsel

- horen

- kijken

- omgaan

- kiezen

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

Welk woordenrijtje bestaat alleen uit voorzetsels?

1. in - uit - naast - de - tijdens
2. voor - achter - pizza - bij - tussen
3. onder - achter - met - tegen - tijdens
4. een - in - tussen - de - van - op

• 
  

Aan de slag!

Vandaag

• Info
  
  
• Uitleg
  
• ZS
  
• ZF
  
• Afsluiting

Je werkt verder aan H4.

Nog niet klaar met Lezen? Maak dat eerst af!

Huiswerk: H4, Woordenschat, opdr.  1 tot en met 5.

Schrijf op welke woorden je moeilijk vindt!

Klaar? Je mag nakijken.

• 
  

ZS

• Je werkt voor jezelf en in stilte.
• Je weet wat je moet doen.

H4, Woordenschat.

Klaar? Je mag nakijken.

Huiswerk: Opdracht 1 t/m 5.

Vandaag

• Info
  
  
• Uitleg
  
• ZS
  
• ZF
  
• Afsluiting

• 
  

ZF

• Je werkt voor jezelf en in stilte.
• Je weet wat je moet doen.

H4, Woordenschat.

Klaar? Je mag nakijken.

Huiswerk: Opdracht 1 t/m 5.

Vandaag

• Info
  
  
• Uitleg
  
• ZS
  
• ZF
  
• Afsluiting

• 
  

Lesdoel

Aan het eind van deze les...

- ...kun je uitleggen wat een vast voorzetsel is.

- ...kun je bij een paar uitdrukkingen het vaste voorzetsel noemen.

Vandaag

• Info
  
• Uitleg 
• ZS
• ZF
• Afsluiting

Welk vast voorzetsel hoort bij het werkwoord: bestaan?

1. met
2. in
3. uit
4. van

Vul het vaste voorzetsel in de volgende zin in: Na afloop........van de les moet ik direct naar huis.

1. met
2. door
3. achter
4. van

In de stad ben ik van hot naar her gelopen om die leuke broek te kopen. Hoeveel voorzetsels zitten er in deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel voorzetsels zie je staan?
Op, onder, mooie, in, gele, per, paarse, auto, de, lieve, voor.

1. 7
2. 5
3. 8
4. 6

Afsluiting

Huiswerk: H4, Woordenschat, opdr. 1 t/m 5

Met of zonder hoofdletter?

1. Maaike
2. maaike

Met of zonder hoofdletter?

1. Pasen
2. pasen

Met of zonder hoofdletter?

1. maandag
2. Maandag

Met of zonder hoofdletter?

1. aardrijkskunde
2. Aardrijkskunde

Met of zonder hoofdletter?

1. December
2. december

Welk woord heeft géén hoofdletter?

1. Maastricht
2. Juli
3. Tim
4. Pasen

Welk woord heeft geen hoofdletter?

1. Engels
2. Amsterdamse
3. Noorden
4. Peugeot

Met of zonder hoofdletter?

1. koningin maxima
2. Koningin maxima
3. Koningin Maxima
4. koningin Maxima

Alle leerlingen van de Dean Academy in Engeland kregen plotseling vrij.
alle (woordsoort)

1. bepaald rangtelwoord
2. onbepaald hoofdtelwoord
3. bepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Het 6e lesuur zijn wij vrij.
wat is 6e?

1. telwoord
2. rangtelwoord
3. onbepaald telwoord
4. bepaald telwoord

Hoe noem je
"tweede - tachtigste - honderdste"?

1. telwoord
2. rangtelwoord
3. voorzetsel
4. voegwoord

3. Twee derde van mijn klas haalde voor die toets een cijfer hoger dan een voldoende.

1. Twee derde = bepaald hoofdtelwoord
2. Twee derde = bepaald rangtelwoord

Genoemde zaken zijn elkaars tegenovergestelde

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Genoemde zaken worden achter elkaar opgesomd

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Gebeurtenissen worden in een bepaalde tijdsvolgorde genoemd

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Daarna, vervolgens, intussen, 2017, nu, eerst, vroeger, acht uur ...
Signaalwoorden horen bij:

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Ten eerste, ten tweede, verder, ook, ten slotte, om te beginnen, 1, 2, 3, ...
Signaalwoorden horen bij:

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, tegenover, ...
Signaalwoorden horen bij:

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

We begonnen met een handjevol mensen. Daarna meldden zich een aantal vrijwilligers. Nu is ons gebouw al te klein.

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

We hebben Jan de Ried aangenomen vanwege zijn kennis van de markt. Daarnaast heeft hij ruime ervaring als leidinggevende.

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband

Ik ben van mening dat we met dit product moeten stoppen, maar daar denkt mijn zakenpartner anders over.

1. chronologisch verband
2. tegenstellend verband
3. opsommend verband