Op de schrijfexamens worden veel fouten gemaakt in de spellingsregels. Daarom deze les over spellingsregels.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Waarom
Op de schrijfexamens worden veel fouten gemaakt in de spellingsregels. Daarom deze les over spellingsregels.
Slide 1 - Diapositive
Wat
Aan het einde van deze les weet je hoe je een woord in meervoud moet schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Wat
Aan het einde van deze les weet je wat een samenstelling is en hoe je die moet schrijven.
Slide 3 - Diapositive
Wat
Aan het einde van deze les weet je wat een koppelteken is en wanneer je deze gebruikt.
Slide 4 - Diapositive
Hoe
Aan het einde van deze les heb je door deze presentatie de theorie geleerd.
Slide 5 - Diapositive
Hoe
Aan het einde van deze les heb je de oefentoets van Hoofdstuk 4 gemaakt en de scores met mij gedeeld.
Slide 6 - Diapositive
Hoe
Aan het einde van deze les heb je de opdrachten van alle paragrafen gemaakt waar je met de oefentoets een onvoldoende op hebt gescoord.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is een samenstelling?
Slide 9 - Question ouverte
Hoe schrijf je een samenstelling?
Slide 10 - Question ouverte
Kijk naar het volgende woord: lenteui. Is dit woord goed gespeld of niet?
A
Goed
B
Fout
Slide 11 - Quiz
Schrijf een koppelteken bij:
Klinkerbotsing (autoongeluk)
Gelijkwaardige woorden (zwart-wit)
Aardrijkskundige namen (Noord-Brabant)
Cijfer/letter/symbool + woord (80-jarige)
Vaste woordcombinaties (huis-aan-huiskrant)
Slide 12 - Diapositive
appeli
peer
klokhuisten
eetlepellen
citroens
sinaasappeli
stuken
druifs
kiwieten
Slide 13 - Question de remorquage
Meervoud in stappen (stap 1/5)
Let bij het schrijven van het meervoud van woorden op twee dingen:
De uitspraak van een woord, en;
De klemtoon van een woord.
Slide 14 - Diapositive
Meervoud in stappen (stap 2/5)
Normaal schrijf je het meervoud met alleen –s of –en.
Soms schrijf je bij het meervoud een –'s. Dat doe je dan om een verkeerde uitspraak te voorkomen. (lama - lama's)
Slide 15 - Diapositive
Meervoud in stappen (3/5)
Als de klemtoon wèl op de laatste lettergreep valt, krijg je
–en aan het woord vast. (industrie - industrieën)
Slide 16 - Diapositive
Meervoud in stappen (4/5)
Als de klemtoon niet op de laatste lettergreep valt, krijg je
geen extra -e, maar komt het trema op de laatste -e. (porie - poriën)
Slide 17 - Diapositive
Meervoud in stappen (5/5
Als het woord uit meerdere lettergrepen bestaat en de klemtoon valt niet op het laatste gedeelte van het woord, dan moet je bij de laatste lettergreep de medeklinker niet verdubbelen. (dommerik - dommeriken)
Slide 18 - Diapositive
Aan de slag
Kijk naar de uitslag van je oefentoets.
Maak de opdrachten van de paragrafen die onvoldoende zijn.
Slide 19 - Diapositive
Vooruit werken
Maak de oefentoets van Hoofdstuk 5
Deel je scores met mij
Maak de opdrachten van de paragrafen die onvoldoende zijn