Woche 44

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 Duits, week 44

Beginopdracht

Schrijf zoveel mogelijk 

lichaamsdelen op. 
Doe dit in je schrift,

mét lidwoord erbij.

Klaar? bekijk de woord-

jes van B (blz. 76) 

Diese Woche:

Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht

Bespreken Woordenlijst B

Lesen: 

Aufgabe 5 + 6

Lied: Aufgabe 1

Hausaufgaben

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Grammatik E: Aufgabe 15, 16, 17

Hausaufgaben

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Hören: Aufgabe 3

Herhaling Grammatik C

Video: Halloween

Hausaufgaben

Check Hausaufgaben

Aufgabe 4, blz. 49

1. 

2. 

3. 

4. 

5. 

6. 

Check Hausaufgaben

Aufgabe 7, blz. 52

1. 

2. 

3. 

4. 

5. 

6. 

7. 

8. 

Herhaling Grammatik C (blz. 52)

An die Arbeit

Aufgabe 8, blz. 53

Kies per zin het juiste voltooid deelwoord.

Aufgabe 9, blz. 53

Kies per zin het juiste werkwoord en vul daarvan de tegenwoordige tijd of het voltooid deelwoord in. 

Klaar? Woordjes van woordenlijst A (tweede helft) leren

Video: Halloween

Kijk naar de video en beantwoord de vragen op het Arbeitsblatt. 

Eerste keer luisteren = oefening a (ontbrekende woorden invullen) 

Tweede keer luisteren = oefening b (woorden vertalen)

Derde keer luisteren = oefening c (vragen over de inhoud) 

Hausaufgaben für Dienstag

- Maken: Aufgabe 8 + 9, blz. 53

- Leren: Woordenlijst A, tweede helft: "das Herz" t/m "schlafen" (blz. 76).

Beginopdracht

Lees de tekst op blz. 51.

Zelfstandig, in stilte.

5 minuten.

Diese Woche:

Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht

Bespreken Woordenlijst B

Lesen: 

Aufgabe 5 + 6

Lied: Aufgabe 1

Hausaufgaben

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Grammatik E: Aufgabe 15, 16, 17

Hausaufgaben

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Hören: Aufgabe 3

Herhaling Grammatik C

Video: Halloween

Hausaufgaben

Wörterliste B

blz. 76

Lesen

Aufgabe 5, blz. 50-51

Lees de tekst alleen verder en ga daarna in tweetallen aan de slag met vraag 1 t/m 4.

Aufgabe 6, blz. 51

Kies per zin het juiste woord. De woordjes komen uit lijst A en B. 

Lied

Aufgabe 1, blz. 48

Welk Medikament (medicijn) past bij welke Krankheit/Beschwerde (ziekte/klacht)? 

Hausaufgaben für Donnerstag

- Maken: Aufgabe 5 + 6 (blz. 50-51).

- Leren: Woordenlijst B, helemaal (blz. 76). 

Beginopdracht

Vertaal de volgende woordjes:

Versie A	Versie B
de dorst	de honger
het vlees	de groente
voeden	lusten
gezond	schoon
maar	vooral

Diese Woche:

Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht

Bespreken Woordenlijst B

Lesen: 

Aufgabe 5 + 6

Lied: Aufgabe 1

Hausaufgaben

Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht

Grammatik E: Aufgabe 15, 16, 17

Hausaufgaben

Montag (80 Min.)

Beginopdracht

Check Hausaufgaben

Hören: Aufgabe 3

Herhaling Grammatik C

Video: Halloween

Hausaufgaben

Grammatik E

Naamvallen: 

1 = 

3 = 

4 = 

Schritt-für-Schritt-Anleitung: blz. 158

An die Arbeit + Hausaufgaben

Aufgabe 15, blz. 60

Ga in elke zin op zoek naar de 1ste, 3e en 4e naamval. Markeer deze.

Aufgabe 16, blz. 61

Kies in alle zinnen de juiste uitgangen. 

Aufgabe 17, blz. 61

Vertaal de woorden tussen haakjes, let op de juiste naamvallen.