2BBA vrijdag 12 maart

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Vandaag: 

• Lezen in de les
• Terugblik: lijdend voorwerp
• Doel van de les
  
• Huiswerk 
• Door met lijdend voorwerp
• Zelfstandig aan de slag
  
• Afsluiting les

Lesdoel

Na vandaag weet je:

* Hoe je een PV, een OW, een WWG en een LV kunt vinden in de zin

Wat is het lijdend voorwerp ook alweer?

Even herhalen:

Het stappenplan:

1. Wat is de persoonsvorm?

2. Zet er streepjes omheen (zinsdelen)

3. Zoek het wwg (zijn er nog meer werkwoorden?

4. Wat is het onderwerp

Lijdend voorwerp = 

Wie of wat + onderwerp + gezegde

Het huiswerk bespreken:

Paragraaf 3.5 Grammatica (opdracht 3a tot en met 8.2)

Even oefenen

Chantal reed op haar nieuwe fiets naar huis

Wat is de persoonsvorm?

Chantal reed op haar nieuwe fiets naar huis.

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Chantal reed op haar nieuwe fiets naar huis.

Wat is het lijdend voorwerp?

Wat is PV, WWG, OW en LV?

Whiteboard:

* Heb jij de auto aan de kant gezet?

* Ik heb gisteren een taart gebakken

* Hij heeft vanmorgen een boterham gesmeerd

Reminder:

Eerst PV, dan onderwerp (zet wie of wat voor PV), dan wwg

LV = wie of wat + onderwerp + gezegde

Zelfstandig werken 

Wat

Oefenblad

Hoe

Zelfstandig

Hulp nodig?

Docent loopt langs

Hoe lang

15 minuten

Klaar?

Paragraaf 3.5 (grammatica), opdracht 9, 10 en 11

Extra opdracht

Voor extra punten!

Het stappengedicht

Afsluiten

Weten we wat een lijdend voorwerp is?

Stappenplan zinsontleding, hoe? 

Volgende keer: door met spelling

Huiswerk: afmaken Paragraaf 3.5 (grammatica), opdracht 9, 10 en 11