3 havo les 3 Kap.6 23-24

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Programm für heute 
- Lezen Tschick
- Wiederholung Modalverben: online üben
- Huiswerk nakijken
- Wiederholung  "naar"
- Lesen üben -> volgende week leestoets (4x)

doel: .  Jullie weten welke 3 vertalingen er voor het woord "naar" zijn en weten wanneer je welke vertaling gebruikt. Jullie kennen de vertaling van de modale ww. en kunnen ze vervoegen. Jullie weten welke stappen je moet doorlopen bij het beantwoorden van examenteksten

Slide 2 - Diapositive

Tschick lesen
Wir lesen das Buch gemeinsam und 
ihr macht einen PO zu diesem Buch

Slide 3 - Diapositive

modale ww.-> hoe zat het ook alweer?
Zie voor de regels blz. 44
Linkjes naar oefeningen met modale werkwoorden (linkjes staan in Classroom):

https://sites.google.com/daltonvoorburg.nl/chatbots-spinoza/homepage#h.7qehmwvl348z

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/Modalverben/Modalverben-OTT/Modalverben-OTT.htm

https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica/Werkwoorden/Modalverben/Modalverben-Betekenis-Vervoeging.htm

Slide 4 - Diapositive

Antworten Auftrag 18
(1) eine Reservierung
(2) Sehr geehrte Damen und Herren,
(3) möchte ich 
(4) bei Ihnen 
5) reservieren 
(6) noch einen Tisch frei?
(7) wie viel 
(8) Ich freue mich 
(9) Vielen Dank
(10) Mit freundlichen Grüßen

Slide 5 - Diapositive

Antworten Auftrag 18 Seite 58
A
1. In je eentje op vakantie gaan
2. B

B 1.  3, 2, 5, 1, 6, 4
B 2. 
1. einer Jugendherberge
2. in der Praxis
3. fast nie
4. die Kultur
5. sich selbst

Slide 6 - Diapositive

Wiederholung vertaling "naar"
Wie war es auch wieder?

Slide 7 - Diapositive

Samentrekkingen
naar = zu
naar de/ naar het -> zum (bij mannelijk/onzijdige woorden)
                                  -> zur (bij vrouwelijke woorden)
                                  -> zu den (bij meervoud)

naar = in
naar de/ het         -> ins (bij onzijdige woorden)
                                 

Slide 8 - Diapositive

Üben vertaling "naar"

1.  Kommst du heute Abend mit ___ das Theater?

2. Am Samstag gehe ich immer ____ meinen Großeltern.

3. Ich bin müde, ich gehe ____ Hause.

4. Ich will _____ der Bibliothek. Muss ich dann hier _____ rechts?

5. Diesen Sommer fahren wir ____ Griechenland und ____ die Türkei.

Slide 9 - Diapositive

Antworten vertaling "naar"

1.  Kommst du heute Abend mit in das Theater?

2. Am Samstag gehe ich immer zu meinen Großeltern.

3. Ich bin müde, ich gehe nach Hause.

4. Ich will zu der Bibliothek. Muss ich dann hier nach rechts?

5. Diesen Sommer fahren wir nach Griechenland und in die Türkei.

Slide 10 - Diapositive

Lesen üben -> volgende week leestoets (4x)


  tekst Wespen Alarm in München (vmbo 2023 tekst 10) maken

stap 1: titel, inleiding  + afbeeldingen bekijken
stap 2: vraag lezen
stap 3 : betreffende stuk tekst lezen en belangrijke info markeren
stap 4: antwoord bepalen

                    
Antworten
35 C,  36 D,  37 niet,wel,niet  
38 C,   39 C

Slide 11 - Diapositive

leren: Wörter Schreibecke E blz.80 
oefenen
leesvaardigheid met oude vmbo examenteksten (examenblad.nl of examenkracht in de elo)




Slide 12 - Diapositive

Antworten Auftrag 16/17
16
1. zu dem (zum)
2. in das (ins)
3. nach
4. zu der (zur)
5.zu seiner Freundin in die Türkei
6. nach deinem Haus, nach
7. nach
8. in das (ins), zu dem (zum)
17

1. zum Supermarkt
2. nach Wien
3. zum Schwimmbad
4. in die Schweiz

Slide 13 - Diapositive