Dalton Engels - present tenses

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat kun je je herinneren van de present simple?

Wat kun je je herinneren van de present continuous?

Wat kun je je herinneren van de past simple?

Wanneer gebruik je de Present Simple?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Wat zijn signaalwoorden voor de present simple?

1. now, at the moment
2. already, yet, since, for, just
3. last week, in 1962, three years ago
4. always, ever, never, often, usually, every day

Zo maak je de Present Simple...

1. met IS en ARE
2. voor he/she/it = werkwoord + "S"
3. met een werkwoord die eindigt in ING

Present Simple

1. He travels to work four times a week.
2. He travelled to work four times a week.
3. He is travelling to work.
4. He has travelled to work.

I usually _________ (go) to school by bus.

The teachers sometimes _________ (watch) TV at work.

John _________ (study) in the library about twice a week.

3.1 Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?

1. Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
2. Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
3. Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
4. Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Wat is de Present Continuous?

1. to be + hele ww + ing
2. have/has + voltooid deelwoord
3. to be + voltooid deelwoord
4. have/has + hele ww + ing

Wat zijn signaalwoorden voor de present continuous?

1. now, at the moment
2. already, yet, since, for, just
3. last week, in 1962, three years ago
4. always, ever, never, often, usually, every day

Present Continuous

1. David works every day.
2. David is taking a shower at the moment.
3. David has lost his keys
4. David lost his keys.

Present simple or present continuous?

Present simple

Present continuous

Het is nu aan de gang

Feiten, gewoonten of dingen die met regelmaat gebeuren

She is studying for her English test.

She works at a bank.

He _________ (write) his second book at the moment.

I _____________ (not/plan) any new tests right now.

They _____________ (make) cakes later today.

Huiswerk voor XX XXX

• Teams > Bestanden > Dalton period 4
  
• Maken opdrachten present simple / present continuous. 
  
• Klaar? Nakijken EN verbeteren
  

Planning

Volgende bijeenkomst: vrijdag xx - xx uur - lokaal xx

Onderwerp: passive 

Thuis afmaken: oefenopdrachten second conditional - en nakijken!