Wschat h2 - hyperbool, understatement, eufemisme - havo 3

Stijlfiguren
hyperbool
understatement
eufemisme

Woordenschat h2
havo 3

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Stijlfiguren
hyperbool
understatement
eufemisme

Woordenschat h2
havo 3

Slide 1 - Diapositive

Doel


Ik weet wat een hyperbool, understatement en eufemisme is

Ik kan bovenstaande stijlfiguren herkennen in een zin

Slide 2 - Diapositive

Waarom stijlfiguren?

Stijlfiguren gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.

 
Het zijn middelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.

Slide 3 - Diapositive

Deze kennen we al:
  • Herhaling
  • Opsomming
  • Tegenstelling

Bijzondere opsommingen:
  • drieslag
  • climax
  • anticlimax

Slide 4 - Diapositive

eufemisme
Hij is rustig ingeslapen. / 
Hij is heengegaan (Hij is doodgegaan/gestorven)
 
Hij is werkzoekende (Hij is werkloos)

Zij zit tussen twee banen in (Zij is werkloos)

Slide 5 - Diapositive

Eufemisme

Bij een eufemisme zeg je iets zo dat het minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.


Je kunt het net wat minder heftig maken door een eufemisme te gebruiken.


Geen indruk maken op lezer, wel aangenamer en empathischer. 



Slide 6 - Diapositive

Taal verandert
Soms is er een eufemisme van een woord nodig om het woord weer wat aangenamer te maken. Dit kan meerdere keren nodig zijn. 


Meid – werkster – hulp in de huishouding – interieurverzorgster
Gekkenhuis – krankzinnigengesticht – psychiatrische inrichting
Gastarbeider – immigrant – allochtoon – inwoner met een migratieachtergrond

Slide 7 - Diapositive

Afzwakken
De Duitsers waren niet heel welkom toen ze in 1940 ons land binnenvielen.
 
Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.

Een miljoen is een leuk zakcentje.

Slide 8 - Diapositive

Understatement

Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.

Een verzwakte mededeling.


Er zit vaak  een vorm van spot in een understatement.

Slide 9 - Diapositive

Overdrijven 
Ik verga van de honger! 

Hij huilde een zwembad vol tranen. 

Haar ogen vielen uit haar kassen van verbazing! 

Ik had zo'n dorst dat ik de hele kraan leeg heb gedronken!

Slide 10 - Diapositive

Hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.

Hiermee kun je extra nadruk leggen op een gevoel of een emotie. Je moet een hyperbool niet letterlijk nemen.


Voorbeeld1 :  Hij barst van het geld. 

Je bedoelt: Hij is rijk.


Voorbeeld 2: Toen hij jarig was, werd hij bedolven onder de cadeautjes.

Je bedoelt: Toen hij jarig was, kreeg hij heel veel cadeautjes.


Slide 11 - Diapositive

Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen? (Het stijlfiguur is met hoofdletters geschreven)

Slide 12 - Diapositive

'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 13 - Quiz

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 14 - Quiz

Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 15 - Quiz

De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 16 - Quiz

Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 17 - Quiz

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 18 - Quiz

'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 19 - Quiz

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Verder oefenen?
Voor eufemisme en hyperbool zijn extra opdrachten

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Aan het werk
Doornemen theorie blz. 60

Maken opdracht 1 en 2 van Woordenschat h2 

Slide 24 - Diapositive