De opbouw van de vraag, 11-11-2021

• Marketing
• MBO
• Studiejaar 1

Planning voor de les:

4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor

5 minuten : voorkennis

1 minuten: leerdoelen en huiswerk

20 minuten: uitleg

15 minuten: aan het werk!

5 minuten: PAUZE

25 minuten: aan het werk!

15 minuten: leerdoelen testen

Is de volgende stelling juist of onjuist?

Bij de interne analyse komen alleen onderdelen aan bod waar het bedrijf zelf invloed op heeft.

1. Juist
2. Onjuist

In het marketingplan van een supermarkt vinden we een interne en een externe analyse. Welk antwoord zou kunnen behoren tot de resultaten van de interne analyse?

1. Groeiende koopkracht, opkomst van internetwinkelen, meer vraag naar luxeartikelen.
2. De groeiende populariteit van internetbestellen en afhalen, de relatieve vergrijzing van de bevolking
3. Wij zijn goed in het verkopen van verse groenten en fruit en we hebben een fantastisch personeelsbeleid
4. Groeiende concurrentie van andere ketens, groei van de koopkracht en het aantal inwoners

Door een generieke behoefte bij een klant te ontdekken ben je in staat om een passend product of een dienst aan te bieden.

1. Juist
2. Onjuist

Welke soorten vraag kennen wij?

Het kopen van een tweede tas is een voorbeeld van:

1. initiële vraag
2. vervangingsvraag
3. potentiële vraag
4. additionele vraag

Dit is de werkelijke vraag naar een product

1. secundaire vraag
2. effectieve vraag
3. potentiële vraag
4. additionele vraag

Dit is de eerste aankoop van een product door een afnemer

1. vervangingsvraag
2. initiële vraag
3. potentiële vraag
4. primaire vraag

Leerdoelen:

1. Je kent de verschillende soorten vraag.

2. Je kan rekenen met de omvang van de vraag

HUISWERK: 15 t/m 21, par 2.3

Vraag naar producten (algemeen)

Generieke vraag	Vraag naar mobiliteit
Primaire vraag	Vraag naar auto's
Secundaire vraag	Vraag naar Audi

Bereken de effectieve vraag

Bereken het marktpotentieel

Wat is het (relatieve) marktaandeel?

Hoe bereken je dit?

Het marktaandeel bereken je als volgt: 

Het relatieve marktaandeel bereken je als volgt:

Voorbeeld

Fabrikant Soccer produceert voetballen. De totale omzet in de markt van voetballen is € 4.500.000.

De omzet van fabrikant Soccer is € 900.000,-.

Wat is het marktaandeel van fabrikant Soccer?

Relatief marktaandeel

De marktaandelen van de producenten van voetballen zien er als volgt uit:

Wat is het relatieve marktaandeel van soccer?

Aan de slag!

Wat? Opdrachten maken of leren voor de toets

Hoe? Aan de hand van het stoplicht.

Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

5 minuten PAUZE

Aan de slag!

Wat? Opdrachten maken of leren voor de toets

Hoe? Aan de hand van het stoplicht.

Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.

Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.

Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.

Klaar? Dan gaan klassikaal de lesdoelen testen.

Generieke vraag

Primaire vraag

Secundaire vraag

Generieke vraag

Primaire vraag

Secundaire vraag

Opdracht (maak een foto)

Het totale aantal computers in Nederland bedraagt 5 miljoen stuks.

In Nederland is 60% van de bevolking potentieel computergebruiker.

In 2016 werden in Nederland 200.000 nieuwe computers verkocht.

De afzet was als volgt opgebouwd:

25% van de afzet betrof een desktop

55% van de afzet bestond uit laptops en,

20% bestond uit notebooks.

Voor 100.000 Nederlanders betekende de aankoop hun eerste computer.

Voor 60.000 mensen ging het om een extra computer, en de rest bestond uit vervangingsaankopen. In 2016 bedroeg het inwoneraantal In Nederland 17 miljoen.

Wat is het marktpotentieel in 2016?

Uitwerking

Van de gehele Nederlandse bevolking van 17 miljoen zou 60% een computer kunnen kopen.

60% van 17 miljoen = 10.200.000 mensen

Wat is het effectieve of primaire vraag?

Uitwerking

De effectieve vraag in 2016 was:

Het werkelijk aantal computers dat verkocht is: de werkelijke afzet.

Deze bedroeg 200.000 computers.

Wat is het potentiële vraag?

Uitwerking

De potentiële vraag in 2016 is:

De totale vraag minus de effectieve vraag.

Dus 10.200.000 – 200.000 = 10.000.000 computers

Wat is het initiële vraag?

Uitwerking

De allereerste computeraankopen bestonden uit 100.000 computers.

Wat is het additionele vraag?

Uitwerking

Alle extra computers die werden aangeschaft. Het ging hier om 60.000 computers.

Wat is het vervangingsvraag?

Uitwerking

Alle verkopen die nodig waren om oude computers te vervangen.

Dit aantal bestond uit de rest van de computers: 

200.000 – (100.000 + 60.000) = 40.000.

Wat is het initiële vraag?

Uitwerking

Alle verkopen die nodig waren om oude computers te vervangen.

Dit aantal bestond uit de rest van de computers: 

200.000 – (100.000 + 60.000) = 40.000.