Woordenschat H4

Pleonasme en tautologie
Woordenschat H4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Pleonasme en tautologie
Woordenschat H4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Je weet wat tautologie en pleonasme is.
  • Je kunt tautologie en pleonasme in zinnen herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap die al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 4 - Diapositive

Pleonasme / tautologie

Slide 5 - Diapositive

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 6 - Quiz

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 7 - Quiz

Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 8 - Quiz

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quiz

Hij pakte het koude ijs.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 10 - Quiz

De ronde bal lag op de grond.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 11 - Quiz

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 12 - Quiz

Aan de slag!
Weektaak H4

  • Opdracht 1 t/m 5 (pag. 120-123)

Slide 13 - Diapositive

Leg uit wat een pleonasme is.
Noem ook een voorbeeld.

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit wat een tautologie is.
Noem ook een voorbeeld.

Slide 15 - Question ouverte