Hoofdstuk 10 les 5
1 / 18
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe bereken je een deel van een hoeveelheid?
1
2
delen door de noemer
delen door de teller
vermenigvuldigen met de noemer
vermenigvuldigen met de teller
Slide 2 - Question de remorquage
10 %=
20 %=
50 %=
25 %=
delen door 2
delen door 4
delen door 10
delen door 5
Slide 3 - Question de remorquage
10 %=
20 %=
50 %=
25 %=
1/2
1/4
1/10
1/5
Slide 4 - Question de remorquage
50%
25%
33,3 %
20%
1/2=
1/4=
Sleep de juiste breuk naar de juiste procenten.
1/3=
1/5=
Slide 5 - Question de remorquage
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
x 10 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 8 - Carte mentale
x 100 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 9 - Carte mentale
x 1000 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 10 - Carte mentale
Slide 11 - Diapositive
x 0,1 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 12 - Carte mentale
x 0,01 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 13 - Carte mentale
x 0,001 betekent dat de komma ... plekken naar ... opschuift
Slide 14 - Carte mentale
Je kunt vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 0,01 = 0,78295
78,295 x 0,01 = 0,78295
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 100 = 78,29500
78,295 x 100 = 78,29500
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quiz
Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 0,1 = 7,8295
78,295 x 0,1 = 7,8295
A
Waar
B
Niet waar
