H9 Criminaliteit intro

H9 Criminaliteit
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H9 Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Vandaag gaan we het hebben over:
  • Wat is criminaliteit? 
  • Wanneer ben je crimineel?
  • Overtreding of een misdrijf?
  • Officier van justitie 
  • Rechtszaak / straffen
  • Opdracht criminaliteit

Slide 2 - Diapositive

Wat is criminaliteit? 
Wanneer wordt asociaal gedrag strafbaar?

Als je de wetsregels overtreedt. Je pleegt dan een delict.

Strafbaar gedrag

Je houdt geen rekening met anderen.

Asociaal
gedrag

Slide 3 - Diapositive

Overtreding of misdrijf?

Overtredingen:
  • Minder ernstige strafbare feiten.
  • Worden meestal met een boete afgedaan. Bijvoorbeeld: door rood rijden, vissen zonder vispas, zwartrijden, wildplassen

Slide 4 - Diapositive

Misdrijven:
  • Ernstige strafbare feiten.
  • Er is altijd een officier van justitie bij betrokken.
Bijvoorbeeld: rijden onder invloed, mishandeling, drugshandel, diefstal, moord.

Slide 5 - Diapositive

Wanneer ben je een crimineel?

Niet iedereen die een overtreding begaat, is meteen crimineel. Meestal noem je iemand crimineel wanneer er sprake is van een misdrijf.


Alle misdrijven zoals die in de wet staan.
Criminaliteit

Slide 6 - Diapositive

Opgepakt? En dan?
Iemand van wie de politie denkt dat hij/zij iets strafbaars heeft gedaan.

Verdachte

Wanneer je verdachte bent, mag de politie: je fouilleren, je arresteren, je huis doorzoeken
 

Slide 7 - Diapositive

Officier van justitie

De officier van justitie bepaalt de vervolgstap voor verdachten van zwaardere misdrijven. En wil bewijzen dat de verdacht schuldig is.


 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

De rechtszaak 
  1. De rechter controleert je persoonsgegevens.
  2. De officier leest de aanklacht voor.
  3. De rechter, officier en de advocaat mogen vragen stellen.
  4. Eventuele getuigen mogen hun verhaal doen.
  5. De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf.
  6. De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen.
  7. De verdachte krijgt het laatste woord voordat de uitspraak komt.
  8. De rechter spreekt het vonnis uit.

Slide 10 - Diapositive

Ben je schuldig?
Om te bepalen of iemand schuldig is moet de rechter drie vragen met ‘ja’ kunnen beantwoorden:
  1. Gaat het om een strafbaar feit?
  2. Heeft de verdachte het wel gedaan?
  3. Is de verdachte strafbaar?
Een verdachte die geestelijk gestoord was tijdens zijn daad kan ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In dat geval kan de rechter beslissen om de verdachte op te laten nemen in een tbs-kliniek waar hij wordt behandeld voor zijn stoornis.

Slide 11 - Diapositive

Oorzaken Criminaliteit
Er zijn verschillende factoren die ervoor zorgen dat iemand een verhoogde kans heeft om crimineel gedrag te vertonen.


  • Een slechte opvoeding
  • Groepsgedrag / groepsdruk
  • Alcohol of drugs
  • Spijbelen of schooluitval
  • Biologische factoren

Risicofactoren
De omstandigheden die de kans op crimineel gedrag vergroten.

Slide 12 - Diapositive

Maatschappelijke omstandigheden

Naast persoonlijke kenmerken zijn er ook algemene omstandigheden die crimineel gedrag beïnvloeden:
  • Slechte leefomstandigheden, zoals leven in slechte wijken.
  • Er gelden minder strenge normen dan vroeger.
  • Er is minder sociale controle dan vroeger. Hierdoor is de pakkans kleiner geworden. Dit geldt nog meer in grote steden.

Slide 13 - Diapositive

Soorten straffen

Er zijn drie hoofdstraffen:
  • Een geldboete
  • Een gevangenisstraf
  • Een taakstraf (minderjarig?)




Naast een hoofdstraf kun je ook een bijkomende straf of maatregel krijgen. Bijkomende straf: bijvoorbeeld een rijontzegging of beroepsverbod.
Maatregel: bijvoorbeeld tbs of een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

Verzachtende omstandigheden zijn individuele omstandigheden die in rekening worden genomen bij het bepalen van een straf die kunnen leiden tot een mindere straf:  Geen strafblad, jonge leeftijd.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht Criminaliteit

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Vidéo