Geluid

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

Geluid

Geluid als trilling

Trillingen

Geluid is een communicatiemiddel. 

Geluid bestaat uit geluidsgolven (trillingen).

We maken trillingen met geluidsbronnen (stembanden, trommel, box)

Geluidstrillingen komen via lucht in de omgeving in je oor.

Deze lucht is de tussenstof tussen de geluidsbron en je oor.

Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen maakt. Wat is geen geluidsbron?

1. De stembanden
2. Een luidspreker
3. Een motor
4. Het trommelvlies

Trommelvlies

Het trommelvlies maakt zelf geen trillingen maar gaat trillen wanneer het in beweging wordt gezet door geluidstrillingen en is dus geen geluidsbron

Hoe noem je de lucht waardoor trillingen zich verplaatsen door de ruimte?

1. Lucht
2. Tussencelstof
3. Trilstof
4. Trillingen

Wat is een trilling?

1. Iets wat heen en weer beweegt
2. Een onderdeel in een geluidsbron wat heen en weer beweegt
3. Een voorwerp dat geluid maakt

Geluidsbronnen.      

• Geluid bestaat uit trilling in de lucht
• De trillingen kunnen komen van natuurlijke geluidsbronnen zoals bijvoorbeeld het ruisen van de zee, wind, regen of onweer

• Óf van kunstmatige geluidsbronnen (door de mens gemaakt) zoals bijvoorbeeld muziekinstrumenten of telefoons

Welke geluidsbron is een
natuurlijke geluidsbronnen?

1. auto
2. grasmaaier
3. onweer
4. dichtvallen van een deur

Welke geluidsbron is een kustmatige geluidsbron?

1. vliegtuig
2. wind
3. onweer
4. de golven van de zee

Hard en zacht

Een harde toon heeft een grotere golf dan een zachte toon. 

We zeggen dan: een harde toon heeft een grotere uitslag/uitwijking dan een zachte toon. 

Geluid versterken

Een microfoon zet geluidstrillingen om in elektrische signalen.

Een luidspreker zet de stroom weer om in trillingen maar dan versterkt.

Veel instrumenten hebben een klankast die het geluid versterkt. 

Denk aan een viool, gitaar of trommel.

Bij elektrische aparaten kun je de geluidssterkte veranderen.

Een ander woord voor geluidssterkte is volume.

Het volume van je stem zegt iets over

1. Hoe hoog of laag je spreekt
2. Hoe hard of zacht je spreekt
3. Hoe snel of langzaam je spreekt
4. Op welke toon je spreekt

Geluidssterkte

De geluidssterkte geeft aan hoe hard een geluid is.

De geluidssterkte meet je in decibel (dB)

Je kunt de geluidssterkte meten met een decibelmeter.

Frequentie

Het aantal trillingen dat een geluidsbron per seconde maakt noem je de frequentie.

De eenheid van frequentie is hertz (Hz)

Hertz betekend: keer per seconde.

Wanneer een beltoon 220 Hz is dan trilt de speaker van jouw telefoon 220 maal per seconde.

Hoe hoger de frequentie hoe hoger de toon.

frequentie en amplitude

Frequentie (hertz) bepaalt of de toon hoog of laag is

Amplitude (decibel) bepaalt of de toon hard of zacht is

De toonhoogte zegt iets over

1. hoe hard of zacht je spreekt
2. Hoe snel of langzaam je spreekt
3. Hoe hoog of laag je spreekt
4. Op welke toon je spreekt

Wat kun je zeggen over het bovenste en over onderste geluid?

1. boven dezelfde toon, maar hard en zacht
2. onderste dezelfde toon, maar hard en zacht
3. boven wisselende toon, en steeds even hard
4. onderste dezelfde toon, steeds even hard.

Oscilloscoop

 Met een oscilloscoop kun trillingen zichtbaar maken.
Aan de hand van die zichtbare trillingen kun je:

1. De Frequentie van een geluid
2. Trillingstijd bepalen van 1 trilling
3. Toonhoogte bepalen
4. Vollume is het geluid

Wat doet een oscilloscoop?

1. Geluid opnemen
2. Geluidsterkte meten
3. Toonhoogtes vergelijken
4. Trillingen zichtbaar maken