Les 7 oefentoets

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Waar let je op bij het bereiden van een maaltijd?
A
Bereiden, opdienen, opruimen.
B
Voorbereiding, opdienen, opruimen.
C
voorbereiding, bereiding, opdienen, opruimen.
D
Bereiding, voorbereiding, opruimen, opdienen.

Slide 2 - Quiz

Waarom is het belangrijk om een geschikte maaltijd te maken voor cliënten?
A
Voor als ze bepaalde dieet volgen
B
Voor als ze een hoge cholesterol hebben.
C
ziektes hebben waarmee je rekening moet houden.
D
antwoord A, B en C is juist

Slide 3 - Quiz

Waarom heeft onze lichaam eiwitten nodig?
A
Voor de benodigde energie
B
Voor de groei en onderhoud van de cellen
C
beide antwoorden zijn juist

Slide 4 - Quiz

Waarom heeft onze lichaam vitaminen nodig?
A
Ondersteuning van groei en stofwisselingsproces
B
Bescherming tegen ziektes
C
alle antwoorden zijn juist

Slide 5 - Quiz

waarom is het belangrijk voor de menselijke lichaam om genoeg vocht binnen te krijgen?
A
Zorgt voor de regeling van onze lichaamstemperatuur
B
helpt bij transport en opname van voeding
C
beide antwoorden zijn juist

Slide 6 - Quiz

In welke voedingsproducten zitten vezels?
A
alleen peulvruchten en havermout
B
alleen in volkorenproducten en groente en fruit(peulvruchten)
C
alleen in groente, fruit en peulvruchten
D
alleen in volkorenproducten, peulvruchten

Slide 7 - Quiz

Wat betekent stofwisseling?

Slide 8 - Question ouverte

Vitamine A is goed voor....
A
weerstand en je tanden
B
weerstand, ogen, huid en tandvlees
C
tandvlees, ogen en je huid

Slide 9 - Quiz

waar is vitamine B goed voor?

Slide 10 - Question ouverte

welke minarelen ken jij?

Slide 11 - Question ouverte

Waar zit fluoride in en waarvoor is dat goed?

Slide 12 - Question ouverte

schijf van 5 staat voor?
A
gezonde maaltijd met alle voedingsstoffen
B
gezonde maaltijd met alle voedingstoffen, voor balans
C
gezonde maaltijd met alle stoffen die je lichaam nodig heeft.
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 13 - Quiz

Hoeveel calorieën mag een vrouw gemiddeld eten per dag?
A
1800 kcal
B
2000 kcal
C
1500 kcal
D
2500 kcal

Slide 14 - Quiz

Hoeveel calorieën mag een man gemiddeld eten per dag?
A
2500 kcal
B
2000 kcal
C
2800 kcal
D
1500 kcal

Slide 15 - Quiz

Hoeveel eetmomenten heeft de schijf van 5?
A
3
B
10
C
5
D
6

Slide 16 - Quiz

Wat is een sociale factor op je eetgedrag?
A
gezin, familie en vriendenkring
B
je werk
C
je religie
D
allen antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

wat voor invloed heeft de emotionele factor op je eetgedrag?

Slide 18 - Question ouverte

Wat voor invloed heeft jouw cultuur op je eetgewoonte?

Slide 19 - Question ouverte

Energie beperkt dieet wordt voorgeschreven bij....
A
overgewicht
B
ondergewicht

Slide 20 - Quiz

Energieverrijkt dieet wordt voorgeschreven bij....
A
overgewicht
B
ondergewicht

Slide 21 - Quiz

Bij dit voedingspatroon eet je vooral groenten, graanproducten en fruit. je eet af een toe vlees.
A
flexitarisch
B
vegetarisch
C
veganistisch

Slide 22 - Quiz

Bij dit voedingspatroon eet je geen vlees, maar gebruikt wel dierlijke producten.
A
flexitatisch
B
vegetarisch
C
veganistisch

Slide 23 - Quiz

Bij dit voedingspatroon eet je helemaal geen vlees en vis, maar ook geen dierlijke producten
A
flexitarisch
B
vegetatisch
C
veganistisch

Slide 24 - Quiz

evaluatie
1 tip en 1 top

Slide 25 - Carte mentale