BS1: Ongeslachtelijke voortplanting

Celdeling
 1 moedercel (2n = 46)
  

2 dochtercellen (2n = 46)

Kerndeling = Mitose
Groei cel = plasmagroei
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Celdeling
 1 moedercel (2n = 46)
  

2 dochtercellen (2n = 46)

Kerndeling = Mitose
Groei cel = plasmagroei

Slide 1 - Diapositive

Celcyclus
  • M-fase: mitotische fase (kerndeling)
  • Interfase: periode tussen delingen
  • S-fase: Synthese van nieuw DNA
  • G1-fase: "gap" fase 1
  • G2-fase: "gap" fase 2
  • G0- fase:  cel in rust (geen deling)

In de S-fase vindt DNA-replicatie / DNA-synthese (verdubbeling) plaats

Slide 2 - Diapositive

Chromosomen
Bij de verdubbeling van het DNA worden homologe chromosomen (een van vader, een van moeder) verdubbeld.

Voor de replicatie bestaan de chromosomen uit één chromatide.

Na de replicatie bestaan de chromosomen uit twee zusterchromatiden.

Slide 3 - Diapositive

Mitose
Binas 76B1

Slide 4 - Diapositive

Klonen: celkerntransplantatie
Somatic Cell Nucleus Transfer (SCNT)

  1. Verwijderen van kern uit eicel.
  2. Toevoegen van kern met gunstige eigenschappen.
  3. Eicel implanteren in draagmoeder

Slide 5 - Diapositive

Klonen: embryosplitsing
Klompje cellen wordt na bevruchting in meerdere klompjes gesplitst.

Verkrijgen van dieren met gunstige eigenschappen.

Slide 6 - Diapositive

Klonen: weefselkweek
Bekend uit de landbouwsector

Verkrijgen van planten met gunstige eigenschappen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking

Slide 9 - Quiz

Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
A
Voorafgaande aan de kerndeling
B
Na de kerndeling maar voor de celdeling
C
Na de celdeling

Slide 10 - Quiz

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 11 - Quiz

een organisme heeft 2n = 12 chromosomen, hoeveel chromosomenparen heeft dit organisme?
A
2
B
6
C
12
D
24

Slide 12 - Quiz

een cel heeft 2n=8 chromosomen, hoeveel chromosomen heeft deze cel in de G2 fase?
A
n=4
B
n=8
C
2n=8
D
2n=16

Slide 13 - Quiz

Welk nr. is het centrosoom en wat doet die?
A
nr 4: het zorgt voor spiraliseren van DNA
B
nr 13: het zorgt voor spiraliseren van DNA
C
nr 13: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen
D
nr 9: het zorgt voor uit elkaar trekken van chromosomen

Slide 14 - Quiz

In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).

Slide 15 - Quiz

Wat is een chromatide?
A
een chromosoom die gekopieerd is maar nog vast zit aan z'n kopie
B
dat is een chromosoom die buiten de kern zit
C
dat is DNA dat is gekopieerd
D
dat is een chromosoom die naar de polen in een cel worden getrokken

Slide 16 - Quiz

wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

Slide 17 - Quiz

Welke processen vinden plaats gedurende de M fase?
A
DNA replicatie, kerndeling, celdeling
B
DNA replicatie, celdeling, plasmagroei
C
kerndeling, celdeling
D
celdeling, plasmagroei

Slide 18 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiden
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 19 - Quiz

Bij klonen spreek je van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 20 - Quiz

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 21 - Quiz

Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, telofase en anafase.
Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide? (twee antwoorden geven)
A
Telofase
B
Profase
C
Anafase
D
Metafase

Slide 22 - Quiz

Hoeveel chromosomen en hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel na de S-fase?
A
23 chromosomen en 23 chromatiden
B
23 chromosomen en 46 chromatiden
C
46 chromosomen en 46 chromatiden
D
46 chromosomen en 92 chromatiden

Slide 23 - Quiz

Op welke afbeelding zijn chromatiden van een chromosoom in één cel weergegeven tijdens het eerste gedeelte van de mitose?
A
B
C

Slide 24 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij de celcyclus?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

Slide 25 - Quiz


Van een kloon kan men in het algemeen zeggen dat:
A
de fenotypen en genotypen onderling gelijk zijn
B
de fenotypen onderling altijd gelijk zijn.
C
de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
D
de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen

Slide 26 - Quiz