Par. 2: De plaats op aarde en de temperatuur

Weer en klimaat 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Weer en klimaat 

Slide 1 - Diapositive

Wat leer je in deze les?



- Je weet  aan het einde van de les hoe dag en nacht ontstaan.
- Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.
- Je weet hoe de seizoenen ontstaan
- Je kent het verschil tussen weer en klimaat 

Slide 2 - Diapositive

Waar denk je aan bij het weer?

Slide 3 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het klimaat?

Slide 4 - Carte mentale

Dag en nacht
Aardas
* Lijn door de aarde 
* Tussen de Noordpool en de Zuidpool
* De aarde draait in een dag om de aardas
* Aardas staat scheef
* In de gebieden rond de Noordpool 
    en de Zuidpool gaat de zon één of 
    meer dagen per jaar niet onder

Slide 5 - Diapositive

Op welke twee plaatsen op aarde gaat de zon één of meer dagen niet onder?
A
in gebieden bij de aardas
B
in gebieden rond de evenaar
C
in gebieden rond de Noordpool
D
in gebieden rond de Zuidpool

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Warme en koude plaatsen op aarde 
* Atmosfeer of dampkring 
* Zonnestralen: 
Bij de evenaar: recht op de aarde
   -  kortste weg van de zon naar de aarde
    - hogere temperatuur
Bij de polen: schuin op de aarde
    - langere weg van de zon naar de aarde
    - lagere temperatuur

Slide 8 - Diapositive

Welke twee namen zijn er voor de luchtlaag om de aarde?

Slide 9 - Question ouverte

De luchtlaag rond de aarde is ........ km
A
5
B
10
C
25
D
100

Slide 10 - Quiz

Bij de polen valt het licht van de zon ......... op de aarde

Slide 11 - Question ouverte

Seizoenen
* Aarde draait in een jaar om de zon
* Juni: noordelijk halfrond het meeste zonlicht
* December: noordelijk halfrond het minste zonlicht
* 21 maart en 21 september: zon precies recht boven de evenaar

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welk halfrond krijgt in juni het meeste zonlicht?
A
het noordelijk halfrond
B
het zuidelijk halfrond
C
het oostelijk halfrond
D
het westelijk halfrond

Slide 14 - Quiz

Weer  
* Toestand van de atmosfeer
    - temperatuur
    - neerslag
    - wind
    - zonneschijn
* Op een bepaald moment
* Op een bepaalde plaats
* Kan van dag tot dag veranderen

Slide 15 - Diapositive

Klimaat

Slide 16 - Diapositive