Weer en klimaat plein M deel 2 De plaats op aarde en de temperatuur

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
fvvfvfv
Boeken op tafel!

Vergeet leerdoeloverzicht niet!


Handboek blz. 38 en 39
Werkboek blz. 30 en 31
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
fvvfvfv
Boeken op tafel!

Vergeet leerdoeloverzicht niet!


Handboek blz. 38 en 39
Werkboek blz. 30 en 31

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Nakijken: paragraaf 1: vraag 9 t/m 15 
Nakijken: leerdoelen paragraaf 1 
Lezen paragraaf 2 
Uitleg §2 :leerdoel 1 en leerdoel 2
Maken opdracht 1 t/m 7
Nakijken opdracht 1 t/m 7
Lesafsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Nakijken paragraaf 1
Nakijken: paragraaf 1: vraag 9 t/m 15 
Nakijken: leerdoelen paragraaf 1 

Slide 3 - Diapositive

Paragraaf 2 De plaats op aarde en de temperatuur
Leerdoelen
  1.  Je kunt beschrijven hoe dag en nacht ontstaan.
  2. Je kunt toelichten waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen. 
  3. Je kunt uitleggen hoe de seizoenen ontstaan.
  4. Je kunt het verschil tussen weer en klimaat benoemen.

Slide 4 - Diapositive

Lezen §2
Lees nu alleen en in stilte:
Bladzijde 40
Tot aan: SEIZOENEN
...dus niet tot en met ;)

Slide 5 - Diapositive

Leerdoel 1
 Je kunt beschrijven hoe dag en nacht ontstaan..
...hou je leerdoelenoverzicht erbij!

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Leerdoel 1
 Je kunt beschrijven hoe dag en nacht ontstaan..
...hou je leerdoelenoverzicht erbij!

Slide 8 - Diapositive

  • Aarde draait in 24u om de aardas 

  • De aardas staat scheef
  • Aarde draait in 24u om eigen as: Aardas
  • Daarom gaat de zon in het gebied bij Noord-/Zuidpool één of meerdere dagen per jaar niet onder!

Slide 9 - Diapositive

Dag en nacht

https://aardrijkskunde.dbz.be/ipad/kosmografie/animatie_belichtingdagboog.html

Slide 10 - Diapositive

Probeer in je eigen woorden uit te leggen hoe dag en nacht ontstaan?
(leerdoel 1)

Slide 11 - Question ouverte

Zuidpool en Noordpool

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat bedoelen we met de evenaar?
A
Een denkbeeldige lijn die de aarde in noord en zuid verdeeld
B
Dat is een sterrenbeeld
C
Dit zorgt voor evenwicht in de aarde

Slide 14 - Quiz

Ligt Nederland boven of onder de evenaar?
A
Boven, dus op het noordelijk halfrond
B
Onder, dus op het zuidelijk halfrond

Slide 15 - Quiz

Dampkring / atmosfeer dunne luchtlaag om de 
aarde (10km dik)
Bij de evenaar: recht op de aarde
- kortste weg van de zon naar de aarde
- kleiner oppervlakte te verwarmen
- hogere temperatuur
Bij de polen: schuin op de aarde
- langere weg van de zon naar de aarde
- zonnestralen verdeeld over een groter 
    oppervlakte
- lagere temperatuur


Slide 16 - Diapositive

Aan de slag
open je handboek op bladzijde 40 en 41
open je werkboek op bladzijde 32 en 33

Maak opdracht 1 t/m 7
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

Dag en nacht ontstaan door het draaien van de aarde en het zonlicht dat op de aarde schijnt
A
Niet waar
B
Waar

Slide 18 - Quiz

Paragraaf 2 De plaats op aarde en de temperatuur
Leerdoelen
  1.  Je kunt beschrijven hoe dag en nacht ontstaan.
  2. Je kunt toelichten waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen.                                                                                                (hoe leg je dit vanavond uit aan je ouders?)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
fvvfvfv
Boeken op tafel!

Vergeet leerdoeloverzicht niet!


Handboek blz. 40 en 41
Werkboek blz. 32 en 33

Slide 21 - Diapositive

planning van vandaag
vorige les
nakijken vraag 1 t/m 7
uitleg seizoenen
zelfstandig werken




Slide 22 - Diapositive

Nakijken §2
Handboek blz. 40 en 41
Werkboek blz. 31 en 32

Opdracht 1 t/m 7

Slide 23 - Diapositive

Paragraaf 2 De plaats op aarde en de temperatuur
Leerdoelen
  1.  Je kunt beschrijven hoe dag en nacht ontstaan.
  2. Je kunt toelichten waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen. 
  3. Je kunt uitleggen hoe de seizoenen ontstaan.
  4. Je kunt het verschil tussen weer en klimaat benoemen.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Diapositive

- De aarde draait dus in 24u (1 dag!) om haar eigen as
- Aarde draait in één jaar om de zon
- Juni: noordelijk halfrond het meeste zonlicht
- December: noordelijk halfrond het minste zonlicht
- 21 maart en 21 september: zon precies boven
   de evenaar (lente en herfst)

Is het hier bij ons zomer of winter?     --->

Slide 28 - Diapositive

Hoe ontstaan seizoenen?
Seizoenen bestaan omdat de aarde scheef staat. Als je een lijn zou trekken van de Noordpool naar de Zuidpool, dan zou deze lijn scheef staan. Dat betekent dat in de loop van een jaar, de hoeveelheid zonlicht die op de aarde valt op elke plek anders is. En daarom hebben we seizoenen.

Slide 29 - Diapositive

We hebben te maken met zomer en winter omdat de aarde een beetje schuin naar de zon is gedraaid
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Als de zon loodrecht op de Kreeftskeerkring valt, dan is het in ...
A
Nederland winter, in Zuid-Afrika zomer
B
Nederland herfst, in Zuid-Afrika lente
C
Nederland lente, in Zuid-Afrika herfst
D
Nederland zomer, in Zuid-Afrika winter

Slide 31 - Quiz

Als de zon loodrecht op de Steenbokskeerkring schijnt dan is het op het zuidelijk halfrond
A
Zomer
B
Herfst
C
Lente
D
Winter

Slide 32 - Quiz

Weer: Toestand van de atmosfeer
- temperatuur, neerslag, wind, zonneschijn
- Op een bepaald moment
- Op een bepaalde plaats
- Kan van dag tot dag veranderen
- het weerbericht in de krant/tv
Klimaat: Gemiddelde weer (temperatuur, neerslag)
- Groot gebied
- Meting over periode van 30 jaar
- Veranderingen zie je pas na tientallen of honderden jaren

Slide 33 - Diapositive

Nu weet jij:
  • Je weet hoe dag en nacht ontstaan
  • Je weet waarom het bij de evenaar warmer is dan bij de polen
  • Je weet hoe de seizoenen ontstaan
  • Je kent het verschil tussen weer en klimaat

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag
open je handboek op bladzijde 40 en 41
open je werkboek op bladzijde 32 en 33

Maak opdracht 8 t/m 16
En werk de leerdoelen van §2 uit

Klaar? laat het aan mij zien!

Slide 35 - Diapositive