Cursus 5 - Grammatica - paragraaf 4 - samengestelde zinnen

Programma deze les
  • Presentaties
  • Lesdoelen bespreken
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag met samengestelde zinnen
  • Afsluiting les
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Programma deze les
  • Presentaties
  • Lesdoelen bespreken
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag met samengestelde zinnen
  • Afsluiting les

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis
Je hebt intussen 10 woordsoorten geleerd. Welke
moet je nu ook alweer kennen?
  • werkwoord - lidwoord - zelfstandig naamwoord - bijvoeglijk naamwoord - voorzetsel - voegwoord - persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord - aanwijzend voornaamwoord - vragend voornaamwoord


Slide 2 - Diapositive

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis
We hebben het gehad over voegwoorden.

Voegwoord
een woord dat 2 zinnen, woorden of woordgroepen aan elkaar plakt / bij elkaar voegt

Slide 5 - Diapositive

Voorkennis
Voorbeelden van voegwoorden:
en - of - terwijl - omdat - zodat - nadat - als - toen - want - maar - dus

Zij is blij, want ze heeft de loterij gewonnen.

Slide 6 - Diapositive

Instructie 
SAMENGESTELDE ZIN 
2 losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn

Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen!

Slide 7 - Diapositive

Instructie 

Slide 8 - Diapositive

Instructie 
In een samengestelde zin staat ook een voegwoord.

Meestal staat hij tussen de zinnen, maar soms staat hij ook vooraan!

Slide 9 - Diapositive

Uitleg pv in samengestelde zinnen 
Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen
Gebruik de tijdproef. Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen.
De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen. De werkwoorden waarbij dat niet kan, zijn geen persoonsvormen.

Slide 10 - Diapositive

Uitleg pv in samengestelde zinnen 
Even oefenen:

Mijn buurman heeft aangifte gedaan, omdat hij meerdere malen is lastiggevallen.

Welke werkwoorden kun je van tijd veranderen? Dat zijn de persoonsvormen. 


Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
Zelfstandig:
Ga naar Cursus 5 §4 ZD Samengestelde zinnen.
Maak de oefeningen. 

Ben je klaar?
Ga naar Cursus 5 §2 ZD Herhaling leerjaar 1th.  
Klik op Start en maak de oefeningen.

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 13 - Diapositive