Cursus 5 - Grammatica - paragraaf 4 - samengestelde zinnen

Nederlands
  • Op tafel
  -  boek Nederlands blz. 208
  -  pen
  -  schrift

  •  Laptop
       


1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
  • Op tafel
  -  boek Nederlands blz. 208
  -  pen
  -  schrift

  •  Laptop
       


Slide 1 - Diapositive

Programma deze les
  • Huiswerk vorige les nakijken
  • Doelen van deze les
  • Voorkennis
  • Instructie
  • Aan de slag
  • Huiswerk volgende les
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Het huiswerk: cursus 5 grammatica - paragraaf 4 voegwoorden 
blz. 206 - 207 opdr. 1 t/m 5

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Lesdoelen
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 8 - Diapositive

Voorkennis
Wat is een voegwoord?
A
verbindt zinnen of woorden met elkaar.
B
verbindt een werkwoord aan een ander werkwoord.
C
zijn twee woorden die aan elkaar verbonden zijn.

Slide 9 - Quiz

Voorkennis
Wat zijn voegwoorden?
A
tulp, school, hond
B
hij, het, wij
C
de, het, een
D
en, omdat, want

Slide 10 - Quiz

Voorkennis
Wat is GEEN voegwoord?
A
als
B
af en toe
C
want
D
omdat

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Instructie 
SAMENGESTELDE ZIN 
2 losse zinnen die aan elkaar geplakt zijn

Een samengestelde zin heeft 2 persoonsvormen!

Slide 13 - Diapositive

Instructie 
In een samengestelde zin staat ook een voegwoord.

Meestal staat hij tussen de zinnen, maar soms staat hij ook vooraan!

Slide 14 - Diapositive

Instructie 

Slide 15 - Diapositive

Persoonsvorm

Slide 16 - Diapositive

Uitleg pv in samengestelde zinnen 

Zo vind je de persoonsvormen in samengestelde zinnen
Gebruik de tijdproef. Probeer alle werkwoorden van tijd te veranderen.
De werkwoorden waarbij dat kan, zijn persoonsvormen. De werkwoorden waarbij dat niet kan, zijn geen persoonsvormen.

Slide 17 - Diapositive

Wat is de persoonsvorm?
De persoonsvorm
Naty
heeft
zijn brood
gesmeerd

Slide 18 - Question de remorquage

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.

SG
enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 19 - Question de remorquage

Aan de slag

Zelfstandig:
opdracht 1 t/m 4 (blz 208 - 209)



Ben je klaar?
Open het online boek en ga naar Cursus 5, paragraaf 4.  
Klik op 'Trainen' en maak  'samengestelde zinnen 1'.

timer
10:00

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk 

Afmaken: opdracht 1 t/m 4 blz. 208 - 209

Slide 21 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.

Ik

Slide 22 - Diapositive

Ik kan samengestelde zinnen herkennen
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik kan de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage