4h-Kap3-De keuzevoorzetsels-14-2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lernziele heute:  

Grammatik:

- Ich kenne die Wechselpräpositionen

- Ich kann die Wechselpräpositionen benutzen, mit 7/2-Regel

Hausaufgabe war:

Leren: keuzevoorzetsels met vertaling, zie boek op blz. 151 boven. Lees ook de uitleg op blz. 151.

Maken: Je had in de les al 20 minuten hiervoor, eventueel nog af maken:

Seite 117: Aufgabe 10+11

Seite 140: Aufgabe 49+50Extra: Seite 119: Aufgabe 15

Seite 117: Aufgabe 10

1. 1: Während (+2, ein-Gr, m) seines

2: s

2. mit (+3, der-Gr, m) dem

3. trotz (+2, der-Gr, mv) der

4. ohne (+4, ein-Gr, v) eine 

5. 1: Durch (+4, , ein-Gr, m) unseren

2: -

6. für (+4, der-Gr, o) dieses

7. Infolge (+2, ein-Gr, v) ihrer

8. Nach (+3, ein-Gr, m) Ihrem

Seite 140, Aufgabe 50:

1. mit (+3, ein-Gr, m) ihrem

2. über?? = keuzevoorzetsel + 4 die -> uitleg komt zo! 7/2-regel

3. für (+4, der-Gr, o) das 

4. ohne (+4, ein-Gr, mv) ihre

5. wegen (+2, der-Gr, m) des Preises, 

in = keuzevoorzetsel + 4  ein-

6. nach, nach, in die (zie vertaling "naar")

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

vodevechtstreek-my.sharepoint.com

3e naamval ( Dativ)

1. Je krijgt antwoord op de vraag: 
2. wo?/ waar? = plaatsbepaling, toestand
3. 
   
4. ergens zijn/zich bevinden/rust 

voorbeeld

Hilfe, ich bin auf d... Schrank! (m). 

waar is hij? "op de kast" dus 3e naamval

Ich bin auf dem Schrank.

4e naamval

Je krijgt antwoord op de vraag:

wohin? (waarheen)

doelgerichte beweging/ergens komen

voorbeeld

Er wirft ihn auf d... Schrank (o).

waarheen gooit hij hem? "op de kast" dus 4e naamval

Er wirft ihn auf den Schrank.

Dativ

Dativ = plaatsbepaling, ergens zijn

Je kunt de vraag: Wo (waar)? stellen

Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 

Akkusativ

Akkusativ = beweging ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m). 

Nieuw: 7/2 regel

Wo? Wohin? = geen antwoord?/niet letterlijk?

2 = auf, über--> 4e naamval

7 = an, hinter, neben, in, unter, vor, zwischen--> 3e naamval

Zum Beispiel: Ich warte auf (hem).

--> je staat niet letterlijk OP hem te wachten, geen waar/waarheen, maar 7/2: op = auf = 4e: Ich warte auf ihn

Und jetzt du:

1. Das Buch liegt auf d_____ Tisch (m.)
2. Das kleine Kind hängt sehr an sein_____ Mutter.
3. Die Lampe hängt an d_____ Decke (v).
4. Auf dies______ Weise (v) geht es nicht.
5. Er legt (leggen) das Geld hinter d______ Bücher.
6. Er wirft das Buch in d__________ Ecke (v).
7. Das Geld liegt zwischen d____ Bücher_ .
8. Das hat er schon vor ein_____ Monat (m.) gemacht.

Regel:

Plaatsbepaling, ergens zijn: Wo? → 3e

 

Beweging ergens heen: Wohin? → 4e

niet letterlijk? auf, über = 4e, rest = 3e

let ook op de werkwoorden:

met 3e: stehen, sitzen, liegen

met 4e: stellen, setzen, legen

Vul in.
1. Das Buch liegt auf d_____ Tisch (m.)

2. Das kleine Kind hängt sehr an sein_____ Mutter.

1. seine
2. seiner

Vul in.
3. Die Lampe hängt an d_____ Decke (v).

4. Auf dies______ Weise (v) geht es nicht.

5. Er legt (leggen) das Geld hinter d______ Bücher.

6. Er wirft das Buch in d__________ Ecke (v).

7. Das Geld liegt zwischen d____ Bücher_ .

7. Das Geld liegt zwischen d____ Bücher_ .

8. Das hat er schon vor ein_____ Monat (m.) gemacht.

Heb je de lesdoelen behaald?
- Ich kenne die Wechselpräpositionen
- Ich kann die Wechselpräpositionen benutzen, mit 7/2-Regel

😒🙁😐🙂😃

Üben

Nog moeilijk?

Bekijk dan het volgende uitlegfilmpje.

www.bing.com

Hausaufgabe: Übungen machen...

oscarromerotalen.nl

oscarromerotalen.nl