1.1 werken met kaarten

Aardrijkskunde
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Aardrijkskunde

Slide 1 - Diapositive

Doel van de les
  • Je leert over papieren en digitale kaarten.
  • Je leert over onderdelen op een kaart.
  • Je leer over voor- en nadelen van kaarten.
  • Je leert over kaarten lezen.

Slide 2 - Diapositive

De stadsmuur
De stadsmuur had in deze tijd de functie om de stand te beschermen tegen de "vijand"
Watergracht
Werd ook tegen de "vijand" gebruikt, maar was ook belangrijk voor vervoer van goederen
Platteland
voor het verbouwen van landbouwgoederen

Slide 3 - Diapositive

De oude stad
Dit was vroeger leeuwarden

Slide 4 - Diapositive

Onderdelen van een kaart
Titel
Waar gaat de kaart over
Legenda
Hier worden de tekens en kleuren van de kaart uitgelegd
Noordpijl
Geeft het noorden of de windrichtingen aan op een kaart
Schaal en Schaalstok
Met de schaal en de schaalstok kun je de werkelijke afstand berekenen.

Slide 5 - Diapositive

6 onderdelen van een kaart

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Welke kaarten heb jij wel eens gebruikt?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Noem drie dingen die je op een kaart van een stad kunt zien.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Wat is een route?

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een voordeel van werken met een papieren kaart?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is een nadeel van een papieren kaart?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een voordeel van een digitale kaart?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is een nadeel van een digitale kaart?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Een ander woord voor een routeplanner in de auto is navigatiesysteem.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Je smartphone is te gebruiken als een routeplanner.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Een navigatiesysteem laat alleen zien hoe je moet rijden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Wat is een legenda?

Slide 23 - Question ouverte

0

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Diapositive

Wat betekent inzoomen?

Slide 26 - Question ouverte

Wat betekent uitzoomen?

Slide 27 - Question ouverte

Onderdelen van een kaart
Titel
Waar gaat de kaart over
Legenda
Hier worden de tekens en kleuren van de kaart uitgelegd
Noordpijl of Windroos
Geeft het noorden of de windrichtingen aan op een kaart
Schaal en Schaalstok
Met de schaal en de schaalstok kun je de werkelijke afstand berekenen.

Slide 28 - Diapositive

0

Slide 29 - Vidéo

Schaalberekenen oefenen

1 km   =   1000 m   =   100.000 cm

Slide 30 - Diapositive

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm is.
Hoeveel meter is dit dan?
A
1000
B
10000
C
100
D
1

Slide 31 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 100.000 cm is.
Hoeveel kilometer is dit dan?
A
1000
B
100
C
10
D
1

Slide 32 - Quiz

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 500.000 cm is.
Hoeveel meter is dit dan?

Slide 33 - Question ouverte

Stel dat 1 cm op de kaart in werkelijkheid 500.000 cm is.
Hoeveel kilometer is dit dan?

Slide 34 - Question ouverte