2-2-21 spelling 6.1.2
leenwoorden
1 / 13
Éléments de cette leçon
leenwoorden
Slide 1 - Carte mentale
Dictee
Slide 2 - Question ouverte
Dictee
Slide 3 - Question ouverte
Dictee
Slide 4 - Question ouverte
Dictee
Slide 5 - Question ouverte
Dictee
Slide 6 - Question ouverte
Dictee
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Besteed je veel lira's in het populaire Turkije?
Besteed =
Besteed =
Slide 9 - Question ouverte
Besteed je veel lira's in het populaire Turkije?
je =
je =
Slide 10 - Question ouverte
Besteed je veel lira's in het populaire Turkije?
Noem het lijdend voorwerp.
Noem het lijdend voorwerp.
Slide 11 - Question ouverte
Besteed je veel lira's in het populaire Turkije?
Noem de bepaling van plaats.
Noem de bepaling van plaats.
Slide 12 - Question ouverte
We hebben de campingeigenaar gisteren een e-mail gestuurd.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bepaling van tijd
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bepaling van tijd
