v2 - grieks

V2 - grieks
Oefenen voor PW
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

V2 - grieks
Oefenen voor PW

Slide 1 - Diapositive

Wat betekent ὁ θεός?
A
god
B
land, streek
C
slaaf
D
angst, vrees

Slide 2 - Quiz

Wat betekent ἡ χώρα?
A
god
B
land, streek
C
slaaf
D
angst, vrees

Slide 3 - Quiz

Wat betekent οἰκοῦσι?
A
(hij, zij, het) heeft
B
(hij, zij, het) is
C
(zij) hebben
D
(zij) wonen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent ἐστίν?
A
(hij, zij, het) heeft
B
(hij, zij, het) is
C
(zij) hebben
D
(zij) wonen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent ἔχει?
A
(hij, zij, het) heeft
B
(hij, zij, het) is
C
(zij) hebben
D
(zij) wonen

Slide 6 - Quiz

Benoem naamval en getal van het volgende woord: τὸν δοῦλον
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 7 - Quiz

Benoem naamval en getal van het volgende woord: τὴν μάχην
A
nom ev
B
acc ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 8 - Quiz

Sleep de zelfstandige naamwoorden naar het juiste vakje
mnl
vrl
onz
τὴν χώραν
τὸν δεσπότην
αἱ μάχαι
τὸ θηρίον
οἱ δοῦλοι
ὁ ἄνθρωπος
τὰ θηρία

Slide 9 - Question de remorquage


A
B
τον
C
οἱ
D
τους

Slide 10 - Quiz


A
B
τον
C
οἱ
D
τους

Slide 11 - Quiz


A
B
τον
C
οἱ
D
τους

Slide 12 - Quiz


A
B
την
C
αἱ
D
τας

Slide 13 - Quiz


A
B
την
C
αἱ
D
τας

Slide 14 - Quiz

Welke letter hoort op de plaats van de puntjes?
γ δ ... ζ η
A
α
B
ε
C
ι
D
κ

Slide 15 - Quiz

Welke letter hoort op de plaats van de puntjes?
λ μ ... ξ ο
A
π
B
σ
C
ν
D
τ

Slide 16 - Quiz

Welke letter hoort op de plaats van de puntjes?
Α Β ... Δ Ε
A
Γ
B
Χ
C
Ξ
D
Θ

Slide 17 - Quiz

Wat is de naam van deze letter:
μ
A
upsilon
B
mu
C
nu
D
gamma

Slide 18 - Quiz

Wat is de naam van deze letter:
Υ
A
nu
B
epsilon
C
gamma
D
upsilon

Slide 19 - Quiz