H8.3 - Geluidssterkte

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen. 

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en zorg dat je een gesloten laptop op tafel hebt liggen. 

Dag allemaal! Zorg dat je op de juiste plek zit en een gesloten laptop op tafel hebt liggen.

8.3 Geluidssterkte

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
• Je kunt beschrijven wat de gehoordrempel en de pijngrens zijn.
• Je kunt het apparaat benoemen waarmee je geluidssterkte meet.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A)- en de dB-schaal. 
• Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron

www.geogebra.org

Geluidssterkte

Hoe hoger de amplitude, hoe harder het geluid

1

2

3

4

Harder/zachter/hoger/lager

Geluidssterkte 

• De geluidssterkte heeft als eenheid decibel (dB)
• De geluidssterkte meet je met een decibelmeter.

De geluidssterkte is afhankelijk van de afstand tot het geluid.

Decibel

geluidssterkte in decibel (dB)

decibelmeter

Een stemvork trilt met een hele lage amplitude (geluidssterkte). Het geluid zal...

1. heel hard zijn
2. heel zacht zijn
3. heel hoog zijn
4. heel laag zijn

Wat is de eenheid van geluidssterkte?

Frequentie en amplitude

Zacht

Hard

Laag

Hoog

De pijngrens is

1. de geluidsterkte waarbij je oren pijn doen
2. hetzelfde als je gehoordrempel
3. het hardste geluid wat je kan horen
4. het zachtste geluid wat je kan horen

Wat is de gehoordrempel?

1. de geluidssterkte die je nog net kunt horen
2. de geluidssterkte die pijn doet aan je oren
3. een frequentie die je nog net kunt horen
4. een frequentie die pijn doet aan je oren

In het diagram zie je de grafieken van de pijngrens en de gehoordrempel.
Rond welke waarde ligt de pijngrens?

1. 110 dB
2. 130 dB
3. 150 dB

Ga nu zelf aan de slag

Wat? Maak de volgende opdrachten: H8.3 - 1, 3, 4, 5, 6.

Hoe? De eerste 5 minuten stil en individueel. Daarna mag je fluisterend met je buurman overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les

Klaar? Lees heel paragraaf H8.3 en maak de rest van de opdrachten.