Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
H8.3 Geluidsterkte
Slide 1 - Diapositive
8.3 Geluidssterkte
Lesdoel:
Uitleggen en aangeven wat de amplitude is.
Rekenen met de decibel schaal.
Bepalen of je een toon wel of niet kan horen.
Slide 2 - Diapositive
Voorkennis
Wat was het hardste geluid dat jij ooit gehoord hebt ?
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Amplitude
De amplitude is de maximale uitwijking
t.o.v. de nullijn. Hoe groter de amplitude,
des te harder het geluid.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Decibelschaal
De eenheid van geluidssterkte is de decibel (dB)
Met een decibelmeter kun je de geluidssterkte meten in dB of dB (A). In de dB (A) stand wordt het A-filter ingeschakeld en meet de meter zoals jij de tonen
waarneemt.
Slide 7 - Diapositive
De eenheid van geluidssterkte is de decibel (dB)
Met een decibelmeter kun je de geluidssterkte meten in dB of dB (A). In de dB (A) stand wordt het A-filter ingeschakeld en meet de meter zoals jij de tonen
waarneemt.
Geluidssterkte (decibel - dB)
Slide 8 - Diapositive
Gehoordrempel/pijngrens
De geluidssterkte waarbij je een toon begint te horen is de gehoordrempel.
Bij 50 Hz is deze
34 dB.
Bij de pijngrens gaan je oren pijn doen.
Slide 9 - Diapositive
Een toon van 200 Hz met een geluidssterkte van 10 dB hoor je niet, want deze ligt onder de gehoordrempel.
Een toon van 100 Hz en 20 dB luid begin je net te horen. De dB meter geeft 20 dB aan, maar met A filter 0 dB(A)
Slide 10 - Diapositive
Een toon van 100 Hz en 20 dB luid begin je net te horen. De dB meter geeft 20 dB aan, maar met A filter geeft deze 0 dB(A) aan.
Slide 11 - Diapositive
Rekenen met decibellen
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt,
neemt de geluissterkte met 3 dB toe.
Slide 12 - Diapositive
Belang lesdoel
Geluid is altijd aanwezig en kan blijvende schade veroorzaken.
Je kan een boete krijgen als je brommer teveel dB's produceert.
Handig om te weten hoe hard je hifi set ongeveer klinkt....
Slide 13 - Diapositive
Controlevragen
1a Tussen welke tonen een mens met goede oren horen ?
1b Welk apparaat kan de geluidssterkte meten ?
1c Welk woord is er voor de maximale uitwijking ?
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
uitwerking
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
uitwerking
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
uitwerking
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
uitwerking
Slide 23 - Diapositive
extra uitleg
De volgende video geeft kort het verschil tussen hoog/laag en hard/zacht geluid.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
extra uitleg
De volgende video geeft nog eens de uitleg van de paragraaf met veelal andere voorbeelden.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
Als ik steeds zachter ga praten, worden de amplitudes van mijn stemgeluid ….
A
steeds groter
B
steeds kleiner
C
blijven gelijk
Slide 28 - Quiz
Frequentie
A
A heeft een lagere frequentie, dus een hogere toon.
B
A heeft een hogere frequentie, dus een hogere toon.
C
A heeft een hogere frequentie, dus een lagere toon.
D
A heeft een lagere frequentie, dus een lagere toon.
Slide 29 - Quiz
Geluidsterkte
A
A heeft een grotere amplitude en klinkt daardoor harder
B
A heeft een kleinere amplitude en klinkt daardoor zachter
C
A heeft een kleinere amplitude en klinkt daardoor harder
D
A heeft een grotere amplitude en klinkt daardoor zachter
Slide 30 - Quiz
Kies het juiste antwoord
A
Een geluid van 0 dB betekent dat er geen geluid is.
B
- Geluidsterkte= hoe hard het geluid is. (volume) (hard of zacht)
- Toonhoogte= hoe hoog de toon is. (frequentie) (piepstem of bas)
C
De (A) bij dB(A) geeft aan dat er bij de meting rekening is gehouden met het menselijke gehoor.
D
De twee grenzen bij geluidsterkte zijn: gehoorgrens en pijndrempel.