woordvolgorde

Woordvolgorde
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde

Slide 1 - Diapositive

In een Engelse zin komt eerst ........        dan .......
Kijk naar de voorbeeld zinnen en beantwoord de vraag.
Voorbeeld zinnen:
- I ate a sandwich at home yesterday.
- We will study at school tomorrow.
- Alice lived in Spain in 2002.

plaats
tijd

Slide 2 - Question de remorquage

Lesdoelen
  • Na deze les weten jullie wat de woordvolgorde van een zin in het Engels is. 
  • Na deze les kunnen jullie woorden in de juiste volgorde zetten om een zin te maken. 

Slide 3 - Diapositive

Woordvolgorde in het Engels
SVOPT:
Subject - Verb - Object- Place - Time
Wie - Doet - Wat - Waar - Wanneer
Examples:
  • I - play - the piano - at school - on Fridays
  • James - drinks - coffee - at work - everyday
  • We - ate - pasta - at home - yesterday. 

Slide 4 - Diapositive

Tijd/wanneer
Tijd kan ook aan het begin van de zin staan, maar de rest van de woordvolgorde blijft hetzelfde.
Time - Subject - Verb - Object - Place
  • On Fridays, I play piano at school.
  • Yesterday, we ate pasta at home. 


Slide 5 - Diapositive

Ontkenningen
Bij ontkenningen komt er een hulpwerkwoord met not voor het hoofdwerkwoord. 
Subject - Hulp ww + not - Verb - Object - Place - Time
  • She didn't drink tea at home today. 
  • I don't write a poem everyday. 

Slide 6 - Diapositive

Vragen
Bij vragen begin je niet met het onderwerp, maar met een vragend voornaamwoord of/en met een werkwoord. Het onderwerp komt pas daarna. 
  • Did John go to a museum in Spain last summer? 
Hulp ww - Subject - Verb - Object - Place - Time

Slide 7 - Diapositive

'Tijd'-woorden
'Tijd'-woorden --> woorden die aangeven hoevaak iets gebeurd: 
Usually, sometimes, never, always, often.
Waar staan die in de zin?
Voor het hoofdwerkwoord: 
- He often plays basketball. 
- They always go to school on Monday. 


Slide 8 - Diapositive

Uitzondering
! Als er een vorm van to be in de zin staat dan komt het 'tijd'-woord achter de vorm van to be, dus achter het hoofdwerkwoord.
- She is always tired. 
- I am usually hungry.  
- He was never on time.

Slide 9 - Diapositive

Make a sentence using these words:
bread - every morning - She - eats

Slide 10 - Question ouverte

I go on a run 
....
...
in the park
every day

Slide 11 - Question de remorquage

Make a sentence using these words:
tea - often - in the morning - I - drink

Slide 12 - Question ouverte

Mike
his bike to school on Mondays
....
....
doesn't 
ride

Slide 13 - Question de remorquage

Make a sentence using these words:
basketball - yesterday - We - play - didn't - at school

Slide 14 - Question ouverte


We 

at home on Saturdays
...
...

always

are

Slide 15 - Question de remorquage

Make a sentence using these words:
Lucy - eat - What - last Thursday? - did

Slide 16 - Question ouverte

Hebben jullie de doelen behaald?
  • Na deze les weten jullie wat de woordvolgorde van een zin in het Engels is. 
  • Na deze les kunnen jullie woorden in de juiste volgorde zetten om een zin te maken. 

Slide 17 - Diapositive

Wie
wat
waar
Wanneer
Doet

Slide 18 - Question de remorquage

Zelfstandig werken
  • Verder aan de word order opdrachten in learnbeat in module B4
  • Werken aan newsround
  • Extra oefenen

Slide 19 - Diapositive