4.3 - A - Revolutie in Frankrijk


4.3 - Revolutie in 
Frankrijk
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


4.3 - Revolutie in 
Frankrijk

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Frankrijk gaat failliet
  • De eed op de kaatsbaan
  • Bestorming van de Bastille
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon. 

  • Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen er plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie.

Slide 3 - Diapositive

Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De rest
Betaalde geen belasting
Betaalde weinig belasting
Betaalde veel belasting

Slide 4 - Question de remorquage

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Vidéo


Frankrijk gaat failliet 

  • Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op. 
  • Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de drie standen.
  • De adel en de geestelijkheid willen apart vergaderen maar de derde stand is hier niet mee eens. Zij willen ook dat er per hoofd wordt gestemd en  niet per stand.

Leerdoel 1

Slide 7 - Diapositive


De eed op de kaatsbaan

  • De derde stand loopt weg en begint haar eigen vergadering: de  Nationale Vergadering.
  • Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
  • Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is die de macht van de koning inperkt.
Leerdoel 1

Slide 8 - Diapositive


Bestorming van de Bastille

  • De koning stuurt het leger naar Parijs om de Nationale Vergadering te arresteren.
  • Als het volk dat hoort komt ze in opstand en bestormt de Bastille in 1789.
  • De Bastille was een gevangenis en wapenopstand.
  • De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land
  • Boeren vermoordden edelen en geestelijken. Kastelen en kloosters worden in brand gestoken.
Leerdoel 1

Slide 9 - Diapositive

Aantekeningen
  • De Franse koning had meer geld nodig voor zijn levensstijl. Hij riep de Staten-Generaal bijeen om hogere belastingen in te voeren.  De adel en de geestelijkheid wilden apart vergaderen, maar de derde stand was het daar niet mee eens. De derde stand roept haar eigen vergadering uit: Nationale Vergadering. Zij willen een grondwet en de macht van de koning inperken. 
  • Als de koning in leger wil sturen bestormt de bevolking de Bastille in 1789. De Franse Revolutie is begonnen. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo


Politieke veranderingen 
 . 
  • De Nationale Vergadering schafte de standenverschillen af. Ze waren gematigd. 
  • 1791 invoering van de grondwet. Frankrijk werd een constitutionele monarchie.
  • De koning moet zich aan de grondwet houden.
  • Frankrijk werd een democratie maar alleen rijke mannen mochten stemmen.
Leerdoel 2

Slide 12 - Diapositive

Aantekeningen
  • De Nationale vergadering schaft de standenverschillen af. Frankrijk krijgt een grondwet en wordt een constitutionele monarchie (een koninkrijk met een een grondwet). Frankrijk krijgt een vorm van democratie, want alleen rijke mannen mochten voortaan stemmen. 

Slide 13 - Diapositive

Zelfstandig werken
  • Gezamenlijk lezen 4.3.

  • Maak opdracht 1 en opdracht 4. 

  • Ben je klaar? Ga verder met opdracht 6, 7, 8b en 9. 

Slide 14 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon. 

  • Je kunt uitleggen welke politieke veranderingen er plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie.

Slide 15 - Diapositive