Wat is vakjargon?

Wat is vakjargon?
Lesdoel: Ik weet wat vakjargon is en kan deze herkennen in een tekst
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is vakjargon?
Lesdoel: Ik weet wat vakjargon is en kan deze herkennen in een tekst

Slide 1 - Diapositive

Aan welk beroep denk je bij de woorden 'legato' en 'fortissimo'?

Slide 2 - Question ouverte

Aan welk beroep denk je bij de woorden 'hemofilie' en 'cardiaal'?

Slide 3 - Question ouverte

Aan welk beroep denk je bij de woorden 'hemofilie' en 'cardiaal'?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is vakjargon?
Vakjargon verwijst naar groepstaal binnen een bepaald vak of beroep.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

koppelteken
differentiëren
Dalton
verlengde instructie
fitter
lastoorts
Schroefbusjes
Schuifmaat
adagio
Aria
MIDI
Opus
Filmkat
Tilting
Vlieg-op-de-muur
Cameo

Slide 7 - Question de remorquage

Vakjargon Documentaire
Akte - Deel scenario van de klassieke verhaalstructuur Begin, Midden, Eind.
Angle - De hoek tussen de positie van de camera en wat er gefilmd wordt.
Biopic - Film over (het levensverhaal van) eenbekende persoon.
Camerastandpunt - De hoek of perspectief van waaruit de camera de object opneemt.
Close-up - Elke opname van dichtbij. Vooral gebruikt bij een shot van alleen het gezicht van een personage.
Crane shot - Shot waarin de camera vliegt met het gefilmde van boven naar beneden, vice versa.

Crew - Alle mensen die meehelpen bij het maken van de film.









Slide 8 - Diapositive

Vakjargon Documentaire
Cut - Een cut is een harde overgang van het ene shot naar het andere zonder effect. Tevens en woord dat gebruikt wordt door de opnameleider of regisseur om aan te geven dat een opname beëindigd moet worden.

Découpage - het ontwerpen van shots en hun samenhang om samen een geheel te vormen. In een découpage wordt de mise-en-scène, camerastandpunten, -instellingen en –bewegingen vastgelegd. In de montage bepaal je vervolgens het uiteindelijke resultaat.

Slide 9 - Diapositive

Vakjargon Documentaire
Dissolve - Een montage begrip, waarbij het ene shot vloeit over in het volgende shot.
Dramaturg - Persoon die is aangetrokken om scenario’s te beoordelen en van commentaar te voorzien.

Dutch angle - een filmtechniek waarbij de camera onder een hoek gehouden wordt. Het resultaat is een beeld waarbij de horizon niet horizontaal maar schuin loopt. De hellende horizon veroorzaakt vervreemding en desoriëntatie.

Editor - Degene die de film monteert.

Slide 10 - Diapositive

Vakjargon Documentaire
Establishing shot - Shot waarmee voor de kijker duidelijk gemaakt wordt waar we ons bevinden. Is de locatie eenmaal ge-established, dan kan je je permitteren om verder te vertellen in meer specifieke beelden.

Extreme close-up - Shot dat slechts een detail van een object laat zien.

Extreme long shot - Shot waarop de mens nauwelijks zichtbaar is. Wordt gebruikt om een overzicht te geven van een landschap of stad.





Slide 11 - Diapositive

Vakjargon Documentaire
Fade-in - Een fade-in is een techniek waarbij de scène langzaam vanuit een zwart (of wit) beeld tevoorschijn komt.

Fade-out - Een fade-out is een manipulatie voor film- of geluidsopnamen waarbij het beeld of geluid langzaam onscherp en onduidelijk wordt.

Flashback - Scène of sequentie in het narratief die teruggaat naar het verleden.

Flashforward - Scène of sequentie in het narratief die vooruit springt naar de toekomst.

Frame - Frame is een afzonderlijk filmbeeld.





Slide 12 - Diapositive

Opdracht
Zoek van nog drie woorden uit de filmindustrie de betekenis op in het woordenboek
Je mag ook een laptop gebruiken

Slide 13 - Diapositive