3.11 Kijk naar taal

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over taal (en Valentijn)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over taal
Inhoud van vandaag:
- Nakijken van het huiswerk
- Stappenplan moeilijke woorden
- Leren wat grondwoorden zijn

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken huiswerk 
Opdracht 29

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aandachtig
Typisch
Definitie
Gecombineerd
Ronduit
Vanzelfsprekend

Gebruikelijk
Geschikt
Nuttig
Verband
Eventueel

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken huiswerk 
Opdracht 30

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Avonturier
Onlangs
Attractie
Modern
Architect


Omtoveren
Gevolg
Ontstaan
Oorspronkelijke
Neerslag

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kwam je achter .. 
de betekenis van avonturier?
de betekenis van modern?
de betekenis van neerslag?


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen over dit onderwerp?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeilijke woorden

Slide 10 - Diapositive

Hoe gaan jullie om met moeilijke woorden? 

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Moeilijke woorden
Je leest een woord dat je niet kent. Wat doe je nu? 

Slide 12 - Diapositive

Hoe gaan jullie om met moeilijke woorden? 
Stappenplan
  • Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd

  • Kijk naar bekende stukjes in het woord 

Slide 13 - Diapositive

Hoe gaan jullie om met moeilijke woorden? 
Stappenplan
  • Kijk naar de plaatjes bij de tekst 

  • Zoek het op in een woordenboek 

Slide 14 - Diapositive

Hoe gaan jullie om met moeilijke woorden? 
Opdracht 31 klassikaal

A: corrigeren

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Corrigeren

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 31 klassikaal

B: broos

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Broos

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 31 klassikaal

C: promoten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Promoten

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 31 klassikaal

D: wegkapitein

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wegkapitein

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 31 klassikaal

E: animo

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Animo

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondwoorden
  • Woorden kunnen verschillende vormen hebben

  • Een grondwoord is de kortste vorm van een woord 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het grondwoord?
Je gaat op zoek naar het hele werkwoord 

De boom groeit -> Groeien 
Hij beoordeelt -> Beoordelen 
Zij heeft gepresenteerd -> Presenteren
 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vind je het grondwoord?
De simpele vorm van een zelfstandig naamwoord 

Schooltje -> School
Autootje -> Auto
Telefoontje -> Telefoon

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladzijde 133
Lees de theorie nog eens goed door
Maak opdracht 32 
timer
3:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vraag of hij verliefd op mij is en hij beaamt: 'Ja heel erg'
A
Beamen
B
Beaamt
C
Beaam
D
Beam

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het was ontzettend druk in de dierentuin: iedereen wilde de pasgeboren koalaatjes bekijken!
A
Koal
B
Koala
C
Koalaatje
D
Koalaat

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alweer gewonnen! Ons team heeft de laatste tijd goed gepresteerd.
A
B
Koala
C
Koalaatje
D
Koalaat

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens onze trektocht kwamen we veel obstakels tegen.
A
Obstakels
B
Obstakel

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor Valentijnsdag heb ik rozen gekocht.
A
Roos
B
Rozen
C
Roosje

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het waren prijzige rozen.
A
Prijzig
B
Prijzige

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je weet nu

Wat je moet doen als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst

Wat een grondwoord is en hoe je hier aan komt


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je mag nu
Verder in je leesboek 

of : 

Extra opdracht over dit onderwerp in Numo maken 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions