Wondzorg 1

Wonden 



                       G1BOB
                                    Dec b2021
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wonden 



                       G1BOB
                                    Dec b2021

Slide 1 - Diapositive

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase. Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond. Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.
Doelen
Benoemen welke 3 soorten wonden er zijn!
Benoemen waarvoor het WCS voor staat en waarvoor dit gebruikt wordt.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn je eerste gedachte
bij wonden?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Subcutis
Epidermis
Dermis

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je extra hygiënisch werken bij een wond?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS model
 Uitzoeken wat dit WCS model inhoud.
10 min de tijd 
Dan bespreken we de opdracht en antwoorden.

timer
10:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS - classificatiemodel

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling van wonden 
Je kunt wonden indelen op basis van oorzaak (mechanische en andere oorzaken) en op basis van open en gesloten worden. 
We bespreken hier twee wondclassificatiemodellen die je hierbij kunt gebruiken:  
• het TIME-model; 
• het classificatiemodel van de WCS.  
Met behulp van deze modellen kunnen we internationaal een eenduidige manier hanteren om wonden te classificeren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS-classificatie

Het WCS-model is een hulpmiddel om een wond te observeren en een goede wondbehandeling te starten. Het model maakt onderscheid in drie kleuren wonden: een rode wond, een gele wond en een zwarte wond.

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden).

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS: Woundcare Consultant Society

Waar let je dan op?

  • Kleur van de wond
  • Mate van wondvocht
  • Aanwezigheid van infecties
  • Aspecten van de wondrand

Je kunt het WCS-model niet toepassen bij brandwonden en wonden die het gevolg zijn van kanker (oncologische wonden)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dood weefsel
beslag
goed te genezen
gele wond
rode wond
zwarte wond

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

verzorgen van wonden volgens WCS en TIME-model
Zwarte wonden: necrose verwijderen (madentherapie ?)
Gele wonden: wondvocht reinigen en absorberen
Rode wonden : wond vochtig houden en beschermen van granulatieweefsel 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Kleur van wonden
De indeling van wonden naar kleur maakt deel uit van het model van de Woundcare Consultant Society (WCS).
Rode wonden
Rode wonden zijn wonden waarbij de huid niet meer intact is. Het wondoppervlak is schoon en heeft een granulerende bodem, dat wil zeggen een bodem waarin zich nieuw weefsel vormt dat rijk is aan bloedvaten (rode kleur). Dit weefsel ziet er korrelig uit en wordt granulatieweefsel genoemd.
Gele wonden
Gele wonden zijn eveneens wonden waarbij de huid niet meer intact is. Deze gele kleur wordt veroorzaakt door een geel beslag dat zich in de wond vormt. Dit kan al dan niet geïnfecteerd zijn. Wanneer er sprake is van infectie spreken we van een pussende wond (pus is etter).
Zwarte wonden
Zwarte wonden ontstaan als er geen bloed meer naar het weefsel gaat, waardoor het afsterft. Het wondoppervlak bestaat uit zwart weefsel. Voorbeelden hiervan zijn stadium 4 van decubitus en extremiteiten (vingers, tenen) die geen bloed meer krijgen.
Zolang er necrotisch weefsel in de wond is, kan de wond niet helen
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstekingsverschijnselen

Slide 15 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

wcs app
  • als je meer wilt weten over wonden.
  • hoe ze eruit zien
  • welk verbandmiddel je kunt toepassen?
  • hoe je middelen goed kunt aanbrengen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg eindopdracht
na de vakantie 




Volgende week TIME!

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vragen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12 januari G1BOB

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar hebben we voor de vakantie over gehad?

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS - classificatiemodel

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

TIME-model
T: Tissue, weefsel.        Is er vitaal of dood weefsel? 

I: Infectie.                         Is er een infectie of ontsteking? 

M: Moisture, vocht.      Is de wond te nat of te droog? 

E: Edge, wondrand.     Zijn de wondranden stevig? 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Time

T

Tissue: weefsel

Hoe ziet het weefsel eruit? Zie je necrose of ziet het er gezond uit?

I

Infection: infectie

Is er sprake van een ontsteking in de wond? Zie je pus?

M

Moisture: vochtigheid

Is de wond vochtig of juist droog?

E

Edges: wondranden

Hoe zien de wondranden eruit?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TIME - Doel


Met als doel: het creëren van een  gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht WCS- TIME-model (in je groepje)
1.  Bekijk de wonden op de foto's.
2. Geef een korte beschrijving van de wond. Wat zie je volgens het WCS en TIME model.
3. Geef 2 voorbeelden van wondbedekkers die deze wond zouden kunnen laten helen.  Gebruik hiervoor het overzicht.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie

Slide 28 - Diapositive

Docent:

De gehele les evalueren