HP Plus Wondzorg les 4

Wondzorg
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wondzorg
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden

Slide 1 - Diapositive

Borst: oncologische wond
Indeling van wonden, verschillende manieren
  1. oppervlakkige, ondiepe of diepe wond
  2. inwendige of uitwendige wond 
  3. droge en natte wonden (exsudaat)
  4. genezingsstadium
  5. reinheid (schoon , gecontamineerd)


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan van wonden
1. circulatiestoornissen
2. oncologische wonden
3. infectiewonden
4. mechanische wonden
5. chemische wonden

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort bij elkaar?
1. circulatiestoornissen 
2. oncologische wonden
3. infectiewonden
4. mechanische wonden
5. chemische wonden
A. Tumor groeit door de huid
B. Decubituswond door het liggen
C. Brandwond door schoonmaakmiddel
D. Ontsteking door niet goed schoonmaken
E. Wondje t.g.v. diabetes

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Smetten

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire of secundaire wondgenezing
Primair = Dit is de eenvoudigste vorm. De wondranden liggen tegen elkaar aan en de wond is schoon en niet ontstoken. Deze wonden genezen snel.

Secundair = Bij secundaire wondgenezing liggen de wondranden niet tegen elkaar aan. De wond moet zich herstellen door groei van onder uit de wond. Deze wonden genezen traag en dit zie je bij wonden waar ook sprake is van necrose en infectie.
Wondgenezing gaat altijd in dezelfde volgorde. Het proces van wondgenezing duurt een paar weken tot soms wel een jaar.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS (woundcare counsultant society): deelt in op kleur
niet bij brandwonden of oncologische wonden
p.147-148

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bouw huidlagen

Slide 8 - Diapositive

Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een trauma of pathologische aandoening.

Epidermis: Opperhuid (het opperhuidweefsel) bestaat uit een vijftal lagen.
Dermis: Lederhuid geeft de huid zijn stevigheid. Deze laag bestaat uit dicht bindweefsel, verdeeld over twee lagen. In de dermis komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels en zenuwen voor. Ook zijn er bloedvaten in deze huidlaag.
Subcutis: De subcutis is onderhuids weefsel dat voornamelijk dient voor vetopslag.

ontstaanswijze van wonden
  • circulatiestoornis, (zie plaatje voet)
  • oncologisch
  • infectiewonden
  • mechanisch
  • chemisch
  • thermisch
  • elektriciteit

Slide 9 - Diapositive

Ontstaanwijze; zie boek blz.142
Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 10 - Quiz

Wonden die veroorzaakt zijn door een scherp of stomp geweld van buitenaf, zoals steek-, snij-, schaaf-, schot-, scheur- en kneuswonden of chirurgische wonden
Wondclassificatiesystemen






Wordt gebruikt om structuur aan te brengen in een wondbehandeling
  • WCS model (blz. 147) (woundcare consultant society)
  • TIME model (blz. 156)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WCS - classificatiemodel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gele wond
Rode wond
Zwarte wond

Slide 14 - Question de remorquage

Opdracht 1 uit je boek
TIME model
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het diagnosticeren van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.

Slide 15 - Diapositive

Time plan: zie boek blz. 152
TIME
  • T = Tissue, weefsel Wat is de kleur?
  • I = Infection ; is er sprake van een infectie?
  • M = Moisture = vocht; produceert de wond veel vocht?
  • E = Edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fases wondgenezing
1. hemostase (stoppen van het bloeden) = Bij de hemostase trekken de bloedvaten samen, zodat het bloeden stopt.

2. ontstekingsfase (reactiefase) = In de ontstekingsfase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.

3. granulatiefase (regeneratiefase) = In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis)vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.

4. maturatiefase (rijpingsfase) = In de maturatiefase versterkt het weefsel in de wond en trekken de wondranden samen zodat de wond kleiner wordt. Ook groeien er in deze fase nieuwe epitheelcellen die nodig zijn om de huid dicht te maken.

5. littekenvorming = Als laatste ontstaat er een litteken. Dat is de eerste weken nog zacht en kwetsbaar. Na ongeveer vier weken wordt het litteken roder, dikker en sterker. Uiteindelijk wordt een litteken weer zacht, wit en soepel. In veel gevallen verdwijnt het litteken uiteindelijk (6 maanden tot 2 jaar).








Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
1-6

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

P.151

Slide 20 - Diapositive

Zie boek blz. 147
Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase

In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie).

Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond.

Schoonmaken van binnen naar buiten zodat de verontreiniging van de rand niet naar binnen kan.

Slide 21 - Diapositive

In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis) vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.
P.159

Slide 22 - Diapositive

Een rode wond geneest het best in een vochtig wondklimaat.
Helpende plus mogen rode wonden verzorgen.
Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase.

 Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond.


Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 24 - Diapositive

Reactiefase (ontstekingsfase) in deze fase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.
Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat.
Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn.
Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 10 risico plekken ken je?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risico plekken

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Decubituswonden

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 44 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions