Les 2 - Hoofdstuk 7

Wat willen we bereiken deze week?
- Je kunt de oppervlakte en inhoud van vlakke figuren berekenen (7.2).
- Je kunt de oppervlakte van ruimtefiguren berekenen (7.3).
- Je kunt de inhoud van ruimtefiguren berekenen (7.4).
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat willen we bereiken deze week?
- Je kunt de oppervlakte en inhoud van vlakke figuren berekenen (7.2).
- Je kunt de oppervlakte van ruimtefiguren berekenen (7.3).
- Je kunt de inhoud van ruimtefiguren berekenen (7.4).

Slide 1 - Diapositive

Wat is het huiswerk deze week?
Hoofdstuk 7
Maken vraag 31, 32, 33, 34, 36
Maken vraag 37, 39, 41, 42
Maken vraag 43, 47, 48, 49

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Omtrek en oppervlakte rechthoek

Slide 4 - Diapositive

Omtrek en oppervlakte driehoek

Slide 5 - Diapositive

Opgave
a) Bereken de oppervakte
van driehoek ABC.

b) Bereken de omtrek van
driehoek ABC.

Slide 6 - Diapositive

Opgave
a) Bereken de oppervakte
van driehoek PQR.

b) Bereken de omtrek van
driehoek PQR.

Slide 7 - Diapositive

Oppervlakte parallellogram

Slide 8 - Diapositive

Opgave
Bereken de oppervakte van parallellogram FGHI.


Slide 9 - Diapositive

Omtrek en oppervlakte cirkel
Bereken de omtrek en oppervlakte
van de cirkel hiernaast.

Slide 10 - Diapositive

Uitwerking
Omtrek =      x 5 = 15,7 cm

Oppervlakte =      x 2,5² = 19,6 cm²
π
π

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive


Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive


Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive


Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

6S Van vergrotingsfactor naar oppervlakte

Slide 22 - Diapositive

Opgave

Slide 23 - Diapositive

Uitwerking
a) De vergrotingsfactor is 1,5.
Dit krijg je door een afstand 
van de onderste figuur te delen
door een afstand van de 
bovenste figuur.
Dat betekent dat alles in de 
bovenste figuur 1,5x langer is
dan in de onderste figuur. 
b) De oppervlakte van A´B´C´D´E´F´ is dan 4,4 x 1,5² = 9,9 cm²

Slide 24 - Diapositive