Cursus 7.1 deel 2

• M&M
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

7.1 Vertegenwoordigers van het volk 

Herhaling vorige les     5 minuten 

Politieke stromingen   10 minuten  

Aan de slag!                     12 minuten 

Bespreken                        5 minuten 

Huiswerk                            2 minuten 

Wat leer je? 

• Politieke stromingen 
• Liberalisme
• Confessionelen 
• Socialisten 

Weet je het nog?!

1. Vanaf welke leeftijd mag je stemmen in NL? 
2. Op wie/ wat stem je eigenlijk?
3. Gaan we weer --> Noem één politieke partij 
4. Noem nog één politieke partij 
5. Waarom zou je eigenlijk moeten stemmen? Waarom is dat belangrijk?
6. Noem twee dingen die Aletta Jacobs erg belangrijk vond 
7. Wie worden er bedoeld met feministen ?

Docent noemt naam klasgenoot

Klasgenoot geeft antwoord en noemt nieuwe klasgenoot voor volgende vraag!

Hoe weet je welke partij je moet kiezen? Waar staat elke partij voor? Wat vinden ze belangrijk? 

Heel globaal zijn er drie stromingen

• Confessionele partijen 
  (religie, zorg voor elkaar is belangrijk) 
• Socialistische partijen 
  (gelijkheid voor iedereen is belangrijk) 
• Liberale partijen  
  (vrijheid is belangrijk) 

Leuk he, die moeilijke woorden?! 

Laten we kijken naar een schema...dat is makkelijker denk ik!

Weglaten bij Basis!

Voor verandering

Socialistisch

Gelijkheid 

Liberaal 

Vrijheid 

Niet te veel verandering 

Dit is ongeveer hoe de partijen denken. Verschilt wel wat per onderwerp..

Wel doen bij basis! 

Maak het niet te moeilijk :) 

Dit is heel globaal...helpt ooit met een keuze maken. 

Wijs kids op stemwijzer....(gaan we nog doen rondom verkiezingen) 

Mensen thuis 

Maak opdracht 5 en 6 op blz. 9 en 10 

(lees ook de bron op blz 9 goed) 

- Noteer in je aantekeningen schrift bij elke stroming twee politieke partijen  

Waar sta jij voor? Wat vind jij belangrijk? 

Stap 1: 

• Kies drie onderwerpen die jij heel heel belangrijk vindt. Schrijf dit op op een blaadje. 
• Kies één onderwerp dat jij het minst belangrijk vindt. Schrijf dit ook op een blaadje. 

Onderwerpen waar je uit kunt kiezen: 

1. Milieu (vervuiling van ons klimaat) 
2. Betere ziekenhuizen 
3. In elk dorp meer sportclubs
4. Betere scholen 
5. Meer politiemensen in de wijk
6. Uitbreiding spoorwegen en bussen 
7. Hulp aan arme landen
8. Werkloosheid in Nederland (hogere uitkeringen)
9. Landbouw en visserij 

En nu moet je samenwerken....
Welke onderwerpen krijgen heel veel aandacht? 

Stap 2 

• Wissel je antwoorden uit 
• Besluit nu in je groepje welke drie onderwerpen jullie het belangrijkste vinden 
• Geef bij elk onderwerp aan waarom jullie die veel aandacht en geld gaan geven 
• Welk onderwerp geven jullie geen geld aan? Geef ook argument. 
• Hoe hebben jullie de keuze gemaakt? 
• Was het makkelijk om de keuze te maken? Ja/nee, leg uit!

Onderwerpen waar je uit kunt kiezen: 

1. Milieu (vervuiling van ons klimaat) 
2. Betere ziekenhuizen 
3. In elk dorp meer sportclubs
4. Betere scholen 
5. Meer politiemensen in de wijk
6. Uitbreiding spoorwegen en bussen 
7. Hulp aan arme landen
8. Werkloosheid in Nederland (hogere uitkeringen)
9. Landbouw en visserij 

maak terwijl kids bezig zijn vergadergroepen (groepjes van drie) 

Leerlingen moeten zo in de groepjes bepalen welke onderwerpen het belangrijkste zijn. Dit is het moment waarop de leerlingen in discussie gaan met elkaar. Kijk af en toe in de vergaderruimte hoe het gaat....Help discussie op gang. 

("als jij in de politiek zit, waar gaat dan al jouw aandacht heen?")

Wijs per groepje één vertegenwoordiger aan...doe dit als docent! 

Roep kids na 7 minuten terug...Dan bespreken

Om het af te leren...bij welke stroming hoort de uitspraak of afbeelding? 

alleen als er nog puf en tijd is ;) 

Waar hoort deze politieke partij het meeste bij?

1. Liberalisme (vrijheid)
2. Socialisme (gelijkheid)
3. Confessioneel (religie)

Waar hoort deze politieke partij het meeste bij?

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel

Waar hoort deze politieke partij het meeste bij?

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel

De overheid moet meer geld uitgeven aan openbaar vervoer dan aan wegen.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel (religie)

Grote verschillen tussen rijk en arm zijn niet goed voor een samenleving.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel (religie)

Mensen kunnen zichzelf prima redden.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel (religie)

Abortus moeten we niet toestaan

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel (religie)

Er moeten minder wetten en regels komen. Mensen kunnen goed eigen keuzes maken.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessioneel (religie)

Aan de slag!

Maak opdracht 5 van blz. 9 

Boek C!