3. Personages

Personages 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Personages 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kun je verschillende personages omschrijven. 
  • Je weet  jij welke soorten personages er zijn.

Slide 2 - Diapositive

Als in een boek of film een typische 'nerd' voorkomt,
hoe ziet die er dan uit?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Piper
2017, Oscar winnar beste korte animatie.
  1. Wat is de boodschap van de film?
  2. Welke emoties laat het personage Piper zien?
  3. Waar speelt het verhaal zich af? (plaats)
  4. Kun je iets zeggen over wanneer het verhaal zich afspeelt? (tijd)
  5. Is dit verhaal fictie of non-fictie

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 6 - Carte mentale

Wat gaan we deze les doen?
* herhaling vorige les;
* leren over personages (les 24)
samen oefenen
Opdrachten maken 1,3 en 4blz. 98-99
evaluatie

Slide 7 - Diapositive

Typen
- altijd dezelfde kenmerken
- overdreven slecht, overdreven dom
Karakters
- lijkt meer op een echt mens
- goede en slechte eigenschappen
- maken keuzes en maken een ontwikkeling door.

Slide 8 - Diapositive


Darth Vader

Star Wars
A
Karakter
B
Type

Slide 9 - Quiz


Juffrouw Bulstronk

Mathilda
A
Karakter
B
Type

Slide 10 - Quiz


Harry Potter
A
Karakter
B
Type

Slide 11 - Quiz


Cruella de Vil

101 Dalmatiërs
A
Karakter
B
Type

Slide 12 - Quiz


Gargamel

De Smurfen
A
Karakter
B
Type

Slide 13 - Quiz

Uiterlijk
Alles wat je aan de buitenkant kunt zien.

  • leeftijd, lichaamsbouw, haarkleur, kleding
  • gedrag: betrouwbaar-onbetrouwbaar, chaotisch-precies, extravert-introvert
  • relatie tot andere personages: broer-zus, minnaar-minnares, schurk-held

Slide 14 - Diapositive

Innerlijk
Alle gedachten en gevoelens,
juist de dingen die je niet aan de buitenkant
kunt zien. 

Door de beschrijving van het innerlijk leer je het personage kennen.
Je begrijpt zo ook het gedrag van het personage beter.

Slide 15 - Diapositive

Personages
  1. De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in het verhaal.

  2. In het verhaal ook personages met kleine rollen, die noem je bijfiguren.

  3. Als jij je goed in het personage kan verplaatsen, dan identificeer jij je met dat personage.

Slide 16 - Diapositive

Hoe omschrijf je een personage ?
door de belangrijkste eigenschappen te noemen: 
  • uiterlijk
  • geslacht 
  • leeftijd
  • karakter
  • hobby's 

Slide 17 - Diapositive

Je ziet straks een fragment van Forrest Gump.
Hoe zou je de hoofdpersoon in deze film
omschrijven, in een paar woorden of zinnen?


Slide 18 - Question ouverte

Lees het fragment hiernaast. Wat komen we te weten over het uiterlijk van Liesel?

Slide 19 - Question ouverte

Liesels personage is een...
A
type
B
karakter

Slide 20 - Quiz

Schrijf drie dingen op over het uiterlijk van Rosa Hubermann.

Slide 21 - Question ouverte

Rosa's personage is een...
A
type
B
karakter

Slide 22 - Quiz

Liesel wil niet uit de auto komen, leg uit waarom ze dat niet wil.

Slide 23 - Question ouverte

Schrijf op wat de kenmerken van een karakter zijn.

Slide 24 - Question ouverte

Leg uit of je de ik-persoon meer een karakter of een type vindt.

Slide 25 - Question ouverte

Lees het fragment hiernaast. Noem 3 uiterlijke kenmerken van de ik-persoon.

Slide 26 - Question ouverte

vervolg opdracht 2
4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Ze vlucht in haar eigen gedachtewereld, omdat ze het moeilijk heeft met al het gedoe tussen haar ouders.
5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Het is niet jouw schuld, jij kunt er niets aan doen.
6 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Ja, want het gebeurt in het echt ook dat gescheiden ouders niet goed met elkaar kunnen opschieten.
- Nee, want Pippa’s moeder gedraagt zich wel heel anders dan andere moeders.
7 Eigen antwoord.

Slide 27 - Diapositive

Wat ga je doen?
- Boek blz. 72 opdrachten 1,2 en 3.
- Online: cursus 3 par.2 opdrachten 1, 2 en 3.
Huiswerk!

Slide 28 - Diapositive