5.1 Migratie in de wereld

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen 
  • Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
  • Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
  • Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Slide 2 - Diapositive


Wereldwijd 250 miljoen migranten 

Slide 3 - Diapositive

Binnenlandse migratie:
verhuizen binnen land
Buitenlandse migratie:
verhuizen ander land

Slide 4 - Diapositive

Migratiepatroon
Mensen vestigen zich in een ander land en vanuit je moederland noem je deze mensen emigrant

->  Iemand die een land verlaat om zich elders te vestigen.

In het land waar mensen zich vestigen vanuit een ander land heten deze mensen immigranten

->  Iemand die een land binnenkomt om zich daar te vestigen.



Slide 5 - Diapositive

Waarom migreren mensen?

Slide 6 - Carte mentale

Waarom migreren mensen?
  • Economische redenen: arbeidsmigranten (grootste groep), internationale studenten
  • Sociale redenen: gezinsmigranten (gezinsvorming en gezinshereniging)
  • Politieke redenen: vluchtelingen 
  • Ecologische redenen: natuurrampen, droogte etc.

Slide 7 - Diapositive

Ecologische redenen


Natuurrampen
overstromingen, tornado's, 
aardbevingen etc.  

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Bekijk het filmpje. Waarom is Aly van Mali naar Frankrijk gemigreerd? Tot welke van de redenen in §5.1 kan dit gerekend worden? Leg uit.

Slide 10 - Question ouverte

5.1 Migratie in de wereld






3 havo 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Aspiraties en mogelijkheden
Waar komen migranten vandaan?
Middeninkomenlanden zoals:
Mexico, Marokko, Turkije en de Filipijnen

Hoge opleiding 
niet uit de arme families.
 

Slide 13 - Diapositive

Welke mensen uit die landen?
  1. Jonge mensen 
  2. Hoger opgeleid 
  3. Mensen met geld 
  4. Mensen met contacten 

Slide 14 - Diapositive

Kettingmigratie en migratienetwerken

Kettingmigratie: gestarte migratie leidt tot meer migratie

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Je maakt de opdrachten af.
Klaar? Ga verder met het artikel. 

Slide 17 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat er wordt bedoelt met dit woord: aspiraties
Geen idee? Zoek het op in het Van Dale woordenboek, hou hierbij rekening met de context van deze paragraaf

Slide 18 - Question ouverte

Waarom leidt eenmaal gestarte migratie vaak tot méér migratie? Geef hiervan een voorbeeld

Slide 19 - Question ouverte

Migratie vindt niet plaats vanuit de allerarmste gebieden, maar vanuit gebieden waar mensen voldoende aspiraties en mogelijkheden hebben om te vertrekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Hoeveel % van de Syrische vluchtelingen wordt denk je circa opgevangen in Europa?

Slide 21 - Question ouverte

Wat ga je doen?
- Je leest de tekst.
- Je maakt de opdrachten.

Slide 22 - Diapositive

Lesdoel 1: Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
Ja
B
Nee
C
weet ik niet

Slide 23 - Quiz

Lesdoel 2: Je begrijpt waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
Is dit lesdoel volgens jou behaald?
A
ja
B
nee
C
weet ik niet

Slide 24 - Quiz

Na deze les heb ik de volgende vraag:

Slide 25 - Question ouverte

Aan de slag 
Volg de studieplanner en maak de opdrachten van §5.1 digitaal. Controleer je antwoorden zelf. 

Lastig? Maak de box bij §5.1 over aspiraties en mogelijkheden. 

Slide 26 - Diapositive