3.4 dieren

Ordening
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Ordening

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen we vandaag?

Herhaling cellen
UItleg basisstof 3.4
Aan het werk


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke 4 rijken verdelen we organismen?

Slide 3 - Question ouverte

Bespreken:
Hoe ga je de 4 rijken leren? 
Hoe ga je de celkenmerken leren?
plantencel
dierlijke cel
schimmelcel
bacterie

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke 3 kenmerken van cellen worden gebruikt bij de indeling van organismen?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer behoren organismen tot dezelfde soort?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een bacteriekolonie?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Het plantenrijk wordt ingedeeld in groepen.
Bij welke groep horen mossen?
A
sporenplanten
B
zaadplanten

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie stammen van het rijk planten kun je noemen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Onder welke naam valt een appelboom?
A
Naaktzadigen
B
Bedektzadigen
C
Sporenplant
D
Wieren

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
-Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet
-Je kunt dieren indelen in sponsdieren, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden



Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologen verdelen het rijk van de dieren in zeven groepen.
Bij deze indeling kijken biologen naar het skelet van het dier.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Skelet
Een inwendig skelet zit aan de binnenkant 
van het lichaam, bijvoorbeeld bij mensen.

Een uitwendig skelet zit aan de buitenkant 
van het lichaam, bijvoorbeeld bij een mossel, 
een slak en een kever.

Of dieren hebben geen skelet, bijvoorbeeld een kwal.
Geeft stevigheid en bescherming

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sponzen
Bestaan uit meerdere cellen
Uitwendig skelet
leven in het water

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neteldieren/ Holtedieren
Bestaan uit meerdere cellen
Meestal geen skelet
Leven in het water
Vangen hun prooi met tentakels

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wormen
Bestaan uit meerdere cellen
Geen skelet
Leven in het water en op het land

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekdieren
Bestaan uit meerdere cellen
Uitwendig skelet (huisje of schelp)
Inwendig skelet of geen skelet
Leven in water en op het land

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geleedpotigen
Bestaan uit meerdere cellen
Skelet is een pantser
Leven in het water en op het land

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stekelhuidigen
Bestaan uit meerdere cellen
Inwendig skelet
Leven in het water

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewervelden
Bestaan uit meerdere cellen
Inwendig skelet
Leven in het water en op het land

wervelkolom = ruggengraat

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het (huis)werk
Lees blz. 231 t/m 236
Maak basisstof 3.4 opdracht 1, 2, 3 (wb), 4, 5, 6, 7 

Oefen
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Ordeningplantenrijk/indelingplantenrijk.htm
https://biologiepagina.nl/Toetsen/ordening/ordening.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Bacterieschimmel/bacterieschimmel.htm









Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkboek blz. 234 opdr.3

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions