H3.4 - Dieren

Dieren
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Dieren

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Uitleg
  • Opdrachten maken
  • Les afsluiten 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet;
  • Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn de verschillen tussen sporenplanten en wieren?

Slide 4 - Question ouverte

Geen wortels
Geen stengel
Geen bloemen
Wel wortels
wel een stengel
Geen bloemen
Wel wortels
Wel een stengel
Wel bloemen
Sporenplanten
Zaadplanten
Wieren

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Het skelet
  • Skelet: stevige delen van het lichaam
  • Inwendig skelet: dit zit aan de binnenkant van het lichaam, bijvoorbeeld bij mensen
  • Uitwendig skelet: dit zit aan de buitenkant van het lichaam, bijvoorbeeld bij een slak

Slide 7 - Diapositive

Welke uitspraak is juist?
Een inwendig skelet...
A
Zit aan de buitenkant
B
Zit aan de binnenkant
C
Leeft in het water
D
Vangt zijn prooi met tentakels

Slide 8 - Quiz

Sponsdieren
  • Uitwendig skelet
  • Leven in water

Slide 9 - Diapositive

Neteldieren
  • Meestal geen skelet
  • Leven in het water
  • Vangen hun prooi met tentakels

Slide 10 - Diapositive

Sponsdieren hebben een...
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet
C
Schelp
D
Huisje

Slide 11 - Quiz

Wormen
  • Geen skelet
  • Leven in het water en op het land

Slide 12 - Diapositive

Een kwal hoort bij de...

Slide 13 - Question ouverte

Neteldieren vangen hun prooi met...
A
Tanden
B
Benen
C
Tentakels
D
Handen

Slide 14 - Quiz

Heeft een worm een skelet?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Wormen bestaan niet

Slide 15 - Quiz

Weekdieren
  • Soms een uitwendig skelet (huisje of schelp), soms een inwendig skelet, soms geen skelet
  • Leven in het water en op het land

Slide 16 - Diapositive

Bij welke groep hoort een mossel?
A
Sponsdieren
B
Neteldieren
C
Weekdieren
D
Wormen

Slide 17 - Quiz

Stekelhuidigen
  • Inwendig skelet
  • Leven in het water

Slide 18 - Diapositive

Bij welke groep hoort de zeester?

Slide 19 - Question ouverte

Geleedpotigen
  • Het skelet is een pantser
  • Leven in het water en op het land

Slide 20 - Diapositive

Gewervelden
  • Inwendig skelet
  • Leven in het water en op het land

Slide 21 - Diapositive

Wat is het skelet van een geleedpotige?
A
Een wapen
B
Een huis
C
Een voedingsmiddel
D
Een pantser

Slide 22 - Quiz

Bij welke groep horen mensen?
A
Gewervelden
B
Neteldieren
C
Weekdieren
D
Stekelhuidigen

Slide 23 - Quiz

Welke groep dieren heeft een inwendig skelet?
A
Wormen
B
Geleedpotigen
C
Stekelhuidigen
D
Neteldieren

Slide 24 - Quiz

Welke groep kan een huisje of schelp als skelet hebben?
A
Neteldieren
B
Weekdieren
C
Gewervelden
D
Stekelhuidigen

Slide 25 - Quiz

Welke groep heeft nooit een skelet?
A
Wormen
B
Gewervelden
C
Geleedpotigen
D
Sponsdieren

Slide 26 - Quiz

Opdrachten maken
Je maakt de opdrachten van basisstof 3.4

Opdrachten 1, 2 en 4 t/m 7


Slide 27 - Diapositive

In welke zeven groepen kan je dieren verdelen?

Slide 28 - Carte mentale

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar het skelet;
  • Je kunt dieren indelen in sponsdieren (sponzen), neteldieren (holtedieren), wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen en gewervelden.

Slide 29 - Diapositive

Evalueren van de les
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan er beter?

Slide 30 - Diapositive

Opruimen

Slide 31 - Diapositive