H3 - Quiz over oligopolie en monopolistische concurrentie

Oligopolie en monopolistische concurrentie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oligopolie en monopolistische concurrentie

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Herhalen lesstof H3 aan de hand van interactieve vragen

Slide 2 - Diapositive

Welke van deze kenmerken is het meest van toepassing op een markt met monopolistische concurrentie?
A
De producenten zijn volledig vrij in het bepalen van de prijs
B
Er is sprake van een heterogeen goed
C
Er is geen sprake van vrije toetreding op de markt.
D
Zowel vragers als aanbieders zijn volledig op de hoogte van alle marktomstandigheden

Slide 3 - Quiz

Wat is het kenmerkende verschil tussen de marktvormen monopolistische concurrentie en volledige mededinging?
A
Het aantal aanbieders
B
Het aantal vragers
C
De aard van het goed
D
De hoogte van de prijs

Slide 4 - Quiz

In het algemeen zal een producent meer macht hebben als hij produceert op een markt met een homogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

In het algemeen zal het voor de machtspositie van de producent niet uitmaken of hij produceert op een markt met een homogeen of een heterogeen goed.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Oligopolisten houden elkaar in de gaten bij het vaststellen van de prijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Welke is juist?
Schaalvoordelen doen zich voor als de...
A
totale kosten dalen als de productie stijgt
B
gemiddelde totale kosten dalen als de productie stijgt
C
verkoopprijs stijgt als gevolg van een stijgende afzet
D
totale constante kosten dalen als de productie stijgt

Slide 8 - Quiz

Verzonken kosten van een onderneming zijn de constante kosten van die onderneming.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een kartel is...
A
een afspraak tussen consumenten en producenten over prijzen en te kopen hoeveelheden
B
een afspraak tussen producenten met als doel de concurrentie verminderen
C
een afspraak tussen producenten met als doel de innovatie te vergroten
D
een afspraak tussen producenten en de overheid om bijvoorbeeld hoge prijzen tegen te gaan.

Slide 10 - Quiz

Marktvormen
aantal aanbieders
Veel
Weinig
Eén
homogene goederen
heterogene goederen
Sleep het juiste antwoord op de juiste plek in de tabel 
Monopolie
Monopolistische concurrentie
Volkomen concurrentie
Oligopolie

Slide 11 - Question de remorquage

Sleep de afbeeldingen bij de correcte marktvorm.
monopolie
oligopolie
volkomen concurrentie
monopolistische concurrentie

Slide 12 - Question de remorquage