- lees de inleiding en het slot - lees de eerste en laatste zin van elke alinea
What is the most important information in this text?
Slide 5 - Diapositive
Zoekend lezen
- lees de titel en tussenkopjes - zoek naar kernwoorden die te maken hebben met wat je zoekt. - kijk naar anders gedrukte woorden - stop met lezen als je het antwoord gevonden hebt
Looking for specific information. Gerichte informatie zoeken.
Slide 6 - Diapositive
Zoekend lezen
Slide 7 - Diapositive
Intensief lezen
- lees de hele tekst - let op de inleiding en tussenkopjes - zoek de belangrijkste zinnen en woorden uit de alinea's - zoek de betekenis op van belangrijke woorden en zinnen.
Je probeert alle informatie in de tekst te begrijpen
Slide 8 - Diapositive
Omgaan moeilijke woorden
Kijk of je: - een (bijna-) Nederlands woord herkent. - een woord uit een andere taal herkent. - een deel van het woord herkent.
- de betekenis kunt afleiden uit de context. - indien dit niet lukt; gebruik een woordenboek.
Kijk of je:
- een (bijna-) Nederlands woord herkent.
- een woord uit een andere taal herkent.
- een deel van het woord herkent.
- de betekenis kunt afleiden uit de context.
- indien dit niet lukt; gebruik een woordenboek.
Moeilijke woorden
Slide 9 - Diapositive
Gebruik woordenboek
In het woordenboek zoek je een moeilijk woord op, maar soms kun je deze niet vinden. Zoek dan op het hoofdwoord.
- werkwoord > zoek het hele werkwoord > walked > walk.
- zelfstandig naamwoord > zoek op enkelvoud > countries > country.
- bijwoord/bijvoeglijk nw > easily > easy.
Gebruik woordenboek
Slide 10 - Diapositive
Tekstdoelen
Tekstdoelen
Slide 11 - Diapositive
Tekststructuur
Tekststructuur
Een tekst heeft een bepaalde opbouw: - inleiding > onderwerp van de tekst wordt hier duidelijk. - middenstuk > opgebouwd uit alinea's met elk één deelonderwerp - slot > belangrijkste info uit de tekst wordt herhaald / conclusie getrokken.
Slide 12 - Diapositive
Tekststructuur
Tekststructuur
Hoofdzaken: de belangrijkste informatie in een tekst.
Bijzaken: informatie die minder belangrijk is.
Alinea's: een tekst is opgedeeld in alinea's. Kernzin: de belangrijkste info van een alinea, meestal in de eerste of laatste zin.