5h do 8 en di 13 dec

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

vrai ou faux?

vragen over schrijf , luister en leesvaardigheid

J'ai avec plaisir travaillé dans un supermarché

1. vrai
2. faux

aux is een samentrekking van à +les

1. vrai
2. faux

De l'expérience

1. de ervaring
2. ervaring

Musée du Louvre
13, Rue Victor Hugo
15000 Paris
la France

1. vrai
2. faux

Notre chien s'appelle Bruno.
Il est 7 ans
Il est noir et grande

1. correct
2. 1 fout
3. 2 fouten
4. 3 fouten

Qu'est-ce que c'est le nombre de votre chambre?

1. correct
2. 1 fout
3. 2 fouten

Ik heb de krant gelezen

alstublieft.. vijf euro
(je geeft het)

Ne me dérange pas!

1. Laat me niet los!
2. Stoor me niet!
3. Haal me niet in!
4. Begrijp me niet verkeerd!

la vie numérique

1. het alledaagse leven
2. het avontuurlijke leven
3. het drukke leven
4. het digitale leven

Maak de juiste combinaties van de vraagwoorden.

wie

wat

waar

wanneer

hoe

hoe veel

combien

où

qui

qu'est-ce que/ qu'est-ce qui

quand

comment

Zaltbommel, le 7/12/2022

1. vrai
2. faux

Marc serait malade

1. Marc zou ziek zijn
2. Marc was ziek
3. Marc werd ziek
4. Marc is zelden ziek

Il fait beau (...?...) elle est dans sa chambre

1. car
2. à cause de
3. naturellement
4. pourtant

Na dit signaalwoord komt een voorbeeld of uitleg

1. ainsi
2. aussi
3. bref
4. pourtant

Dernière question!

L' auteur veut illustrer...

1. de schrijver wil ontkrachten
2. de schrijver wil voorbeelden geven
3. de schrijver wil tekeningen maken