POD les 3 - Het brein en plannen

Op weg naar succesvol plannen en organiseren, hoe doe je dat?


Planmethodes
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
POD-moduleMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Op weg naar succesvol plannen en organiseren, hoe doe je dat?


Planmethodes

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Inchecken, hoe voel jij je vandaag?
Forms voor kamp
https://forms.office.com/e/NHfXfmzQvm

Via deze forms geef je aan wat je bij de patat wilt eten.
Dit moet vandaag, vul je het niet in dan wordt er voor je gekozen. De link staat in Teams SLB24MZA

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
'Je hebt tijdens deze les kennis gemaakt met verschillende planmethodes en hebt er na afloop één uitgezocht om mee te gaan experimenteren'.

Slide 4 - Diapositive

Laat studenten weten dat zij aantekeningen kunnen maken in het progressieschrift op bladzijde 7 over deze les. Ze kunnen opschrijven wat ze belangrijk vinden. 

Slide 5 - Diapositive

Uitleggen leren is een proces, studenten gaan werken met een lesboekje en krijgen de kans om te experimenteren.
Afbeelding ladder: Eerst paar kleine stappen voor succeservaring, opbouw kennis en oefenen leerstrategieën. Dit legt basis om daarna steeds grotere stappen zelfstandig te kunnen nemen. 
Kan jij goed plannen?
0100

Slide 6 - Sondage

Progressiesschrift bladzijde 5. Laat studenten ook in het progressieschrift de meetlat invullen met toelichting. Laat ze vervolgens invullen wat zij nog willen leren op het gebied van plannen en organiseren. 

Vraag de studenten of zij vinden dat ze goed kunnen plannen en dit dan ook volgen. Vervolgens bekijk je de pol en bespreek je deze met de klas. Waarom vinden zij dat wél of niet? Wat doen zij er aan om dit beter onder de knie te krijgen of wat doen zij juist wel waardoor het goed lukt? Waar lopen ze vast etc. 
Houd jij je aan je planning?
-3100

Slide 7 - Sondage

Vraag de studenten of zij vinden dat ze goed kunnen plannen en dit dan ook volgen. Vervolgens bekijk je de pol en bespreek je deze met de klas. Waarom vinden zij dat wél of niet? Wat doen zij er aan om dit beter onder de knie te krijgen of wat doen zij juist wel waardoor het goed lukt? Waar lopen ze vast etc. 
VragenPOD
De vorige les

Wat belemmert jou bij het plannen en organiseren?

Slide 8 - Diapositive

Terugkomen op de vragenpod van de vorige les ter voorbereiding leerkuil
Plannen en organiseren.. Hoe werkt dat in ons brein? 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je brein 
- Ontvangt via de zenuwen signalen vanuit je héle lichaam 
- Hierdoor kan je denken, zien, onthouden, horen en voelen
- Informatie wordt door je hersenen doorgegeven

Slide 10 - Diapositive

- Het brein is een orgaan in je lichaam en bestaat uit cellen en weefsel. Het brein ontvangt signalen uit het hele lichaam en die komen via je zenuwen terecht in je brein. Door je brein kan je denken, onthouden, zien, horen en voelen. 

- Maar weet je wat het leukste is? Je kan je brein trainen. Je brein kan je veranderen en is maakbaar. Je brein verandert door de dingen waarover je denkt, dingen die je leert en die dingen die je vaak doet.

- Onderzoekers van het brein zijn er achter gekomen dat je je brein kunt trainen net als een spier. Gebruik je het vaak en op de juiste manier dan wordt hij steeds sterker. Hiervoor moet je wel regelmatig 'trainen'.





Slide 11 - Diapositive

Vraag aan de student: "wat zie je hier?"
Dit is een hersencel (ook wel neuron)

In het brein zitten ongeveer 80 miljard hersencellen. Deze zitten verspreid over zowel de rechter als linker hersenhelft. Als we de hersencellen vergroten zie je dat ze de vorm hebben van een boom. De stam wordt ook wel 'het axon' genoemd. De takken worden dendrieten genoemd. 

Informatie komt binnen via de dendrieten (takken) en wordt weer doorgegeven via de axonen (de stam met wortels). Zo blijven hersencellen met elkaar in contact. Tijdens het 'communiceren' zijn er duizenden hersencellen betrokken. 

De axonen (stam) staan in verbinding met de dendrieten (takken) van de andere neuronen. Ze geven elkaar schokjes door en creëren op deze manier een reactie in het lichaam of de hersenen. 


Taken van je hersenen: 
  • Regelen automatische processen: Hartslag, ademhaling, temperatuur
  • Prikkels verwerken: Zien, horen, voelen, ruiken, proeven
  • Geheugen: Groen licht is oversteken
  • Aandacht en concentratie: film kijken, plannen
  • Plannen en organiseren: huiswerk/koken
  • Zorgen dat je emoties kunt voelen
  • Regelen slapen, praten en bewegen


  •  Je hersenen kun je trainen (als een spier)! 
  • Je hersenen zijn tot het 25ste levensjaar in ontwikkeling. 

Slide 12 - Diapositive

De hersencellen maken contact met elkaar, maar hebben daarvoor nog nooit of bijna niet contact gehad met elkaar. 

Op dat moment worden er nieuwe verbindingen gemaakt. Het contact is eerst heel zwak. Maar als steeds weer dezelfde cellen met elkaar contact maken en vuren, dan veranderen de cellen uiteindelijk. 

Wanneer je regelmatig hetzelfde oefent of uitprobeert, dan krijgen de takken steeds meer uitlopers en de stam krijgt meer wortels. Er ontstaat een grote en stevige boom.

De hersencellen kunnen het signaal hierdoor makkelijker en sneller opvangen en doorgeven. Het contact tussen de hersencellen die keer op keer contact met elkaar maken, is heel sterk geworden. Dingen die je eerst moeilijk vond om te leren, zijn dan veel gemakkelijker geworden.

En als je dat beter kan, wordt het steeds gemakkelijker om meer te leren en bij te leren. De cellen worden aan elkaar verbonden en zijn samen een sterk netwerk.

Een aantal hersencellen maken contact en geven een signaal door. De hersencellen verbinden zich, een paadje vormt zich. Als je dit blijft herhalen, verandert er iets in die verbinden. De cellen kunnen gemakkelijker contact met elkaar maken en worden goede vrienden. Je hebt iets geleerd.

Aanvulling: Bij het puberbrein is de prefrontale cortex nog niet volledig ontwikkeld. Hierdoor kunnen jongvolwassenen nog meer moeite ervaren met plannen en organiseren.


  • Je kan trainen om overzicht te houden
  • Je kan je concentratie trainen
  • Je kan leren plannen en organiseren. 
  • Je kunt leren keuzes maken en prioriteiten stellen
  • Je kan leren omgaan met tegenslagen







Slide 13 - Diapositive

Voorbereiding leerkuil: We leren allemaal op een bepaalde manier, de manier waarop je leert bepaald de uitkomst van je leren. Blijf je steeds op dezelfde manier iets doen wat niet werkt, dan kan het zijn dat de uitkomst steeds hetzelfde is. 
0

Slide 14 - Vidéo

Bekijk de video met de klas, hierin wordt nog beeldend gemaakt wat hoe leren precies werkt in het brein. Herhaling van het eerder genoemde maar dan in 4 minuten tijd.

Werkboekje: PAgina ... WAt heb je in je leven geleerd? 

Wat verstaan we onder plannen en organiseren?

Slide 15 - Question ouverte

Bespreek in deze dia wat voor studenten plannen en organiseren betekent en bespreek met hen de antwoorden die zij hebben gegeven. 

Sta ook even stil bij waarom plannen en organiseren nuttig is en van belang voor de student. Heb het hierover en bespreek de antwoorden klassikaal.
Plannen en organiseren
- Hoe begin je met plannen?
- Welke manieren van plannen zijn er?
- Wat werkt wel en wat werkt niet? 

Slide 16 - Diapositive

Ga in gesprek met de klas en breng in kaart hoever een ieder is met hun planningsvaardigheden. Wie doet wat ter voorbereiding en hoe gaat dat in zijn werk?

Laat de studenten in hun progressieschrift de verschillende planmethodes opzoeken. Deze staan bij bijlagen. Laat ze kijken welke bij hen past en welke methode zij gaan uitproberen de aankomende week. 
Hoe begin je met plannen?
1. Schrijf alle taken op die je moet doen (breindump)
2. Bepaal de prioritering van de taken
3. Geef bij alle taken aan hoeveel tijd ze ongeveer in beslag nemen
4. Onderzoek welke planning voor jou zou kunnen werken (zie bijlagen progressieschrift)

Slide 17 - Diapositive

Progressieschrift in de bijlage pagina 25 Breindump

Neem de volgende stappen door met de studenten en laat ze daarna zelfstandig aan de slag gaan met de bijlagen in de planningen en onderzoeken welke planning zou kunnen werken. Bespreek klassikaal wie welke planning gaat inzetten en hoe je dit gaat doen? 

In het progressieschrift vind je de pagina's terug die gebruikt kunnen worden voor de breindump. Het is fijn als de studenten het hierop schrijven zodat de manier waarop zij denken inzichtelijk wordt gebracht.
Lesdoel
'Je hebt tijdens deze les kennis gemaakt met verschillende planmethodes en hebt er na afloop één uitgezocht om mee te gaan experimenteren'.

Slide 18 - Diapositive

Kom terug op het lesdoel en bespreek dit klassikaal.
VragenPOD
Schrijf een planningsdoel op voor jezelf voor de aankomende week. Noteer je naam ook op het papier.

Slide 19 - Diapositive

Progressieschrift: bladzijde 5. Laat studenten invullen in het progressieschrift welke doelen ze willen behalen op het gebied van plannen en organiseren na het behalen van deze module. 

Probeer één van de methodes uit de komende week, ervaar hoe dit gaat en gebruik deze manier intensief. Wees ook eerlijk tegen jezelf als je dit niet hebt gedaan.

VragenPOD: Schrijf een planningsdoel op voor jezelf voor de aankomende week. Noteer je naam ook op het papier.

Hier komen we in les 4 op terug.