3.3 Neerslag, hier veel en daar weinig

1 / 24
suivant
Slide 1: Vidéo
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Vandaag
- Heel korte herhaling 3.2 Temperatuursverschillen
- Ontstaan neerslag
- Kringloop van het water
- Stijgingsregens en stuwingsregens

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen de korte en de lange kringloop van het water.
  • Je kent het verschil tussen stuwings- en stijgingsregens
  • Je begrijpt hoe regen ontstaat en hoe de waterkringloop werkt
  • Je kunt een tekening maken van de twee soorten neerslag

Slide 3 - Diapositive

Hoe hoger je komt...
A
Hoe warmer het wordt
B
Hoe kouder het wordt
C
Er gebeurt niks met de temperatuur

Slide 4 - Quiz

Elke 1000 meter die je stijgt, daalt de temperatuur ... graden Celsius.
Welk cijfer moet er op de stippen staan?

Slide 5 - Question ouverte

Hoe dichter bij de evenaar, des te
A
warmer het wordt.
B
kouder het wordt.

Slide 6 - Quiz

In Nederland is het op het plaatje...
A
Zomer
B
Winter

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Hoe ontstaat regen?

Slide 9 - Question ouverte

Neerslag
  1. Wanneer water wordt verwarmd, verdampt het.
  2. Warme lucht is lichter en stijgt op.
  3. Waterdampt stijgt op, tot hoog in de lucht waar het condenseert.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Korte waterkringloop

Slide 12 - Diapositive

Lange waterkringloop

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Twee soorten neerslag
  1. Stijgingsregens
  2. Stuwingsregen

Slide 15 - Diapositive

Stijgingsregens
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  4. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  5. Regen valt naar beneden

Slide 16 - Diapositive

Stuwingsregen
  1. Water verdampt
  2. Waterdamp stijgt op
  3. Wind neemt de waterdamp mee richting een berg
  4. Hoog in de lucht koelt de lucht af
  5. Waterdamp condenseert en wordt regendruppels
  6. De wolken stuwen tegen de berg en regendruppels vallen.

Slide 17 - Diapositive

Korte quiz: wat weet je nu al?

Slide 18 - Diapositive

Wat zie je op de afbeelding?
A
De korte waterkringloop
B
De lange waterkringloop

Slide 19 - Quiz

Welk proces zie je bij nummer 1?
A
Water verdampt
B
Water condenseert
C
Neerslag valt
D
Water stroomt naar zee

Slide 20 - Quiz

Je ziet hier...
A
Stuwingsregen
B
Stijgingsregen

Slide 21 - Quiz

Waterdamp verandert in druppeltjes wanneer de lucht...
A
koud is
B
warm is

Slide 22 - Quiz

Water verandert in waterdamp wanneer de lucht...
A
warm is
B
koud is

Slide 23 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kent het verschil tussen de korte en de lange kringloop van het water.
  • Je kent het verschil tussen stuwings- en stijgingsregens
  • Je begrijpt hoe regen ontstaat en hoe de waterkringloop werkt
  • Je kunt een tekening maken van de twee soorten neerslag

Slide 24 - Diapositive